Handelingen 11,19-26

Vertaling

19
Maar degenen die verstrooid geraakt waren
na de onderdrukking die aan Stefanus was geschied,
waren doorgelopen tot in Fenicië en Cyprus en Antiochië
en hadden tot niemand het woord gesproken dan enkel en alleen tot Judeeërs.
20
Toch waren er enkelen onder hen, mannen uit Cyprus en uit Cyrene,
die, in Antiochië aangekomen, ook spraken tot de Grieks sprekenden
en hen het goede nieuws brachten van Jezus de Heer.
21
De hand van de Heer was met hen
en groot was het getal van hen die, tot geloof gekomen,
zich bekeerden tot de Heer.
22
Het nieuws hierover kwam ook de gemeente in Jeruzalem ter ore
en zij stuurden Barnabas om naar Antiochië te lopen.
23
Toen die was aangekomen en Gods genade zag,
werd hij blij en riep allen op om vastberaden van hart bij de Heer te blijven,
24
want hij was een goed man, vol van de Heilige Geest en vol vertrouwen
en een vrij grote groep sloot zich aan bij de Heer.
25
Daarna vertrok hij naar Tarsis om Saulus te zoeken
26
en toen hij die gevonden had, nam hij hem mee naar Antiochië.
Het geschiedde
dat ze daar ook een heel jaar met hen samen kwamen in de gemeente,
dat ze er een vrij grote groep onderwezen
en dat het in Antiochië voor het eerst zo was
dat de leerlingen Christenen werden genoemd.
Scroll naar boven