Romeinen 15,1-13
- Vierdag: 26-7-2009, 6e van de zomer
- Boek: Romeinen
- Perikoop: Romeinen 15,1-13
- Vertaler: Harry Pals
Vertaling
1
Wij – de machtigen – zijn verplicht mee te tillen1,
aan de zwakheden van de onmachtigen
en niet onszelf te gerieven –
2
laat ieder van ons de naaste gerieven2,
ten goede, om (het huis) op te bouwen.
3
4
Want alwat voorheen geschreven is –
om ons te onderrichten is het geschreven,
zodat wij door de volharding en de bemoediging
van deze geschriften de hoop zouden hebben.
5
De God van de volharding en de bemoediging moge u6 geven
dat u op hetzelfde bedacht bent onder elkaar,
overeenkomstig Christus Jezus,
6
zodat u gelijkgericht, met één mond,
de God en Vader van onze Heer Jezus Christus eert.
7
Daarom: aanvaard elkaar,
zoals ook de Christus u aanvaard heeft –
tot eer van God!
8
9
11
12
13
De God van de hoop moge u vervullen
met alle vreugde en vrede in het geloven18,
om overvloedig te zijn in de hoop
in de kracht van de heilige Geest.
Noten
- NBV vaag ‘helpen’↩︎
- NBV uitleggerig ‘richten op het belang van de ander’↩︎
- NBV enkelvoud(?)↩︎
- Hebr. ‘al↩︎
- Vgl. Ps. 69:10↩︎
- NBV ‘ons’↩︎
- NBV parafraseert ‘van de Joden’↩︎
- Henk Vreekamp vertaalt: ‘als bewijs van (de) trouw van God’ (‘Kerk & Israel sept. 1996, blz. 2; NBV ‘om hun te tonen dat God trouw is’↩︎
- NBV ‘vervullen’, maar dat staat er niet↩︎
- Vreekamp: ‘als bewijs van (de) barmhartigheid (van God)↩︎
- Vgl. Ps. 18:50↩︎
- zo Vreekamp↩︎
- Vgl. Deut. 32:43↩︎
- Ps. 117:1↩︎
- Vgl. Jes. 11:10↩︎
- zo Buber↩︎
- zo LXX, maar Jes. heeft דרשׁ – zoeken↩︎
- NBV ‘geloof’↩︎