Romeinen 12,1-21
- Vierdag: 12-7-2009, 4e van de zomer
- Boek: Romeinen
- Perikoop: Romeinen 12,1-21
- Vertaler: Harry Pals
Vertaling
1
2
Ga niet mee in het schema van deze wereld,
maar laat je omvormen,
zodat je gezindheid vernieuwd wordt
en je kunt toetsen wat de wil van God is:
het goede, welgevallige en volmaakte…
3
Want door de genade die mij gegeven is
zeg ik aan allen die bij jullie zijn:
denk niet boven dat uit wat je moet denken,
maar denk om bedachtzaam te zijn,
een ieder zoals God de maat van geloofsvertrouwen heeft toebedeeld.
4
Want zoals wij in één lichaam vele ledematen hebben,
maar die ledematen niet allemaal dezelfde werking5 hebben,
5
zo zijn wij velen één lichaam in Christus,
maar ieder afzonderlijk ledematen van elkaar.
6
Zo hebben wij6 genadegaven,
die naar de genade ons gegeven verschillen:
profetie: naar gelang het geloofsvertrouwen,
7
dienstbaarheid: in het dienen,
wie onderwijst: in het onderricht,
8
9
Laat de liefde niet gespeeld zijn,
heb een hekel aan het kwade
en wees gehecht aan het goede,
10
hou van elkaar als hartelijke zusters-en-broeders,
ga in eerbetoon elkaar voor,
11
12
13
14
Zegen hen die je achterna jagen13 –
zegen!, vervloek niet…!
15
Wees blij met hen die blij zijn,
huil14 met hen die huilen.
16
Bedenk voor elkaar hetzelfde:
niet het hoge15 moet je bedenken,
maar laat je meenemen in het nederige.
Zoek de wijsheid niet bij jezelf.
17
Vergeld niemand kwaad met kwaad,
wees bedacht op wat juist is voor alle mensen;
18
als het mogelijk is wat jullie betreft:
leef in vrede met alle mensen.
19
20
Maar:
als je vijand honger heeft, voed hem dan,
als hij dorst heeft, laat hem drinken;
want door dat te doen
zul je vurige kolen op zijn hoofd stapelen.19
Noten
- dit woord pakt alle overwegingen rond Israel en de lofzang waarop die uitlopen weer op↩︎
- LXX-woord voor רַחַם↩︎
- vakterm voor aanbieden offerdieren in levitische cultus, zie ook Luk. 2,22↩︎
- eig. ‘woordelijk’; NB ‘in de zin van het woord’, NBV ‘ware’↩︎
- zo Naastepad in ‘De Eerste Lezing’ nr. 8, blz. 62↩︎
- zo vertaalt Naastepad het participium↩︎
- zelfde woord als in vs. 1; NBV ‘troosten’↩︎
- NBV hier wel erg omslachtig, met veel ‘moeten’↩︎
- hier staat geen afleiding van ‘vuur’↩︎
- NBV heel burgerlijk ‘tegenspoed’↩︎
- ik laat bewust het woord ‘gemeenschap’ klinken↩︎
- ik laat bewust dit woord klinken, meer dan ‘gastvrijheid’ (NBV)↩︎
- hetzelfde woord als in het slot van vs. 13↩︎
- ‘heb verdriet’ (NBV) mist het lijfelijke↩︎
- neutrum meervoud; NB onjuist ‘de hooggeplaatsten’↩︎
- waar haalt de NBV hier ‘broeders en zusters’ vandaan?↩︎
- Cf. Deut. 32:35↩︎
- שָׁלַם Pi.↩︎
- Cf. Spr. 25:21↩︎
- zo ook NBV↩︎
- zo letterlijk; veelzeggender dan ‘door’↩︎