Inleiding
Het doet raar aan om te zien dat het verhaal, dat Lucas als een eenheid presenteert, over de profeet Johannes (3:1-20) over twee zondagen wordt verdeeld: 3:1-6 (zondag 8 december) en 3:7-18 (zondag 15 december). Lucas 3:18-20 blijft ongelezen. Omdat we niet van vermaningen en bestraffingen willen horen?
Nog merkwaardiger is het dat het leesrooster er niet voor kiest om in Advent de verhalen van de aankondiging van de geboorte van Johannes en die van Jezus (1:5-253 en 1:2-38), in beide gevallen door de bode Gabriël, gevolgd door de ontmoeting tussen Maria en Elisabet (1:39-56) te lezen.
Voor mijn voorstel om in Advent en met Kerst de ouverture van het Lucasevangelie (1:5-2:52) te lezen, zie Nico Riemersma, Het Lucasevangelie onder de loep: Opbouw, stijl en theologie, Middelburg 2018, 37-49.
Vertaling
1
In het vijftiende jaar dan van de heerschappij van keizer Tiberius,
toen Pontius Pilatus over Judea heerste
en tetrarch over Galilea Herodes was,
en zijn broer Filippus tetrarch was over de gebieden Iturea en Trachonitis,
en Lysanias over Abilene tetrarch was,
2
onder het hogepriesterschap van Annas en Kajafas,
kwam een woord van God tot Johannes, de zoon van Zacharias, in de woestijn.
3
Hij kwam bij heel de omgeving van de Jordaan,
een doop van omkeer predikend met het oog op de loslating van zonden,
4
zoals geschreven staat in het boek met woorden van de profeet Jesaja:
Een stem van iemand die in de woestijn roept:
“Bereid de weg van de Heer,
maak zijn paden gelijk.
5
Elke kloof zal opgevuld worden,
elke berg en heuvel zal vernederd worden.
Het kromme zal zijn tot het gelijke
de hobbels tot effen wegen.
6
En alle vlees zal het reddingswerk van God zien.”
Exegetische kanttekeningen
Lucas 3:1-20 kennen we als het verhaal over Johannes de Doper. Gezien de inleidende woorden, die sterk aan het begin van profetenboeken doen denken (3:1-2), was het passender geweest om te zeggen dat dit het verhaal is over het openbare optreden van de profeet Johannes (in 1:80 al aangekondigd). De typering Johannes de Doper past niet op dit verhaal, want Johannes doopt in 3:1-20 niet. Ook in 3:21-22 trouwens horen we niet dat hij doopt.
Wat hij in deze passage doet, is alleen mensen oproepen om zich te laten dopen (3:3). Die oproep staat in 3:1-6 centraal. Het gehoor geven aan deze oproep wordt in het vervolg verteld (3:7-18). Dat moet de rechtvaardiging zijn om dit gedeelte in deze twee delen te verdelen.
Lucas 3:1-6 bevat twee elementen: (1) 3:1-2 plaatsen Johannes in de woestijn. Daar komt het woord van God tot hem (moet de lezer ook mee horen: en niet naar de hogepriesters?) en (2) maar vervolgens gaat hij naar het gebied van de Jordaan, de grensrivier tussen Tora Wet en de Nebiim, waar 3:3-17+18-20 zich afspeelt. Het begin van deze passage (3:7-14) zit vol met oproepen. Dat daaraan gehoor wordt gegeven, vertelt de evangelist niet. De menigte is op wat anders gericht, en wel op de identiteit van deze man: of hij misschien de gezalfde is (3:15-17).
Noten
- Het Griekse voegwoord vertaal ik met ‘dan’ en met ‘echter’ of ‘evenwel’ bij adversatieve betekenis.
- Ik probeer zo de relatie vast te houden met 1a: nomen (‘heerschappij’) in v. 1a, verbum in v. 1b (‘heersen’).
- Het Griekse woord wordt in alle andere gevallen vertaald met iets als ‘loslaten’, in relatie met ‘zonden’ als vergeving. Door met ‘loslating’ te vertalen komt de ‘omkeer’ ook in een helderdere licht te staan. Als jij je omkeert, dan laat God ook de zonden los, dan komt Hij daar niet op terug.
- Er volgt een citaat uit Jesaja 40:3-5. Voor een bespreking van het citaat in Lucas 3:4-6 verwijs ik naar Bart Koet, ‘Aan de slag met Jesaja: In de werkkamer van de evangelist Lucas’, in: Nico Riemersma & Bart J. Koet (red.), Het oog op Lucas-Handelingen: Bijdragen vanuit de Lucaswerkplaats (ACEBT.SS 21), Amsterdam 2024, 1-15.
- Meestal vertaald met ‘verlaagd’. Door met ‘vernederd’ te vertalen komt wellicht de metaforische betekenis van bergen en heuvels in Tenach meer naar voren, althans dat is mijn bedoeling/hoop.
- Lucas hanteert twee woorden: sotèrion en sotèria. Vertalers maken vaak geen onderscheid. Naar mijn idee gaat het met sotèrion om het reddingswerk en met sotèria om de tot stand gebrachte redding.
- De NBV vat Jesaja 40:5 nog op als uitspraak van de stem die roept. Moet dat ook zo in Lucas 3:6?