Lucas 2,1-20

 


En het geschiedde…

Deze korte bijdrage beoogt niet veel meer dan te verwijzen naar de structuur die Breukelman in het kerstverhaal naar Lucas blootlegde, en die niet ieder zal kunnen vinden.

Breukelman schreef er een uitvoerig en gedetailleerd artikel over,1 maar het hoofdgegeven is eenvoudig: de indeling naar het drievoudig ἐγένετο, ‘en het geschiedde’, in de verzen 1, 6 en 15. Wie dat eenmaal gezien heeft, zal dit overtuigende stramien blijven gebruiken bij de uitleg van het verhaal.2

De eerste vijf verzen schetsen de horizontale geschiedenis-zoals-die-gaat. Het is historie, ook als dat eventueel niet mocht gelden voor de volkstelling. Deze eerste sequentie geeft aan waar het de keizer en zijn trawanten om te doen is: cijfers en statistieken waaruit macht kan worden gedestilleerd in de vorm van legers en belastingen. Lucas noemt de namen van keizer en stadhouder, omdat zijn verhaal moet landen op deze aarde: plaats en tijd zijn op kalender en landkaart vast te prikken.

Vers 6 zet in met de geschiedenis die pas echt geschiedenis mag heten: vanuit de hemel. Woord-en-daad ineen: de geboorte van de Bevrijder, maar dan ook de aankondiging daarvan uit de hemel: God zegt wat Hij doet, en doet wat Hij zegt. De verticale geschiedenis3 doorbreekt de gang van zaken.

Maar er volgt nog een derde ἐγένετο, in vers 15. Het komt soms beter uit, omwille van de lengte van de lezing maar af te breken bij vers 14, maar daartegen zou Breukelman fel protesteren: dan missen we het derde deel van het drieluik! En daarin gaat het juist om dat wat het gebeuren vanuit de hemel op aarde teweeg brengt. Voorlopig is dat, dat er eer aan God wordt gebracht: de δοξα, ‘eer’, die de engelen in vs. 14 de Allerhoogste toezingen wordt op aarde beantwoord door het δοξάζειν, ‘lofprijzen/eer bewijzen’, van de herders in vers 20.

Deze structuur laat nog veel invulling toe. Wie pastoraal preekt over het kerstverhaal, zal moeten ingaan op het gegeven dat de derde sequentie, de menselijke reactie, een onvoltooide is gebleven, en daarmee de vrede die door de engelen aan de aarde is toegezongen nog allerminst realiteit. Maar het begin is er, en dat mag in de Kerstnacht het volle accent hebben: de hemel grijpt in ten behoeve van de aarde, en brengt een beweging op gang die niet meer opgehouden is.

Noten

1: Zie F.H. Breukelman, Bijbelse Theologie III,1, De theologie van het evangelie naar Mattheüs. Het verhaal van de γένεσις‚ van Jezus Christus. Kampen (Kok) 1984, Bijlage I: “En het geschiedde…” Een korte bespreking van de ouverture van het evangelie naar Lucas, 179-225. Niet alleen zoek je geen exegese van Lucas 2 in een boek waarvan de titel alleen Matteüs noemt, bovendien zal niet ieder 47 blz. als een ‘korte bespreking’ ervaren…

2: En zich dus blijven ergeren aan vertalingen (NBV, BGT, óók NBV21) die deze structuur negeren.

(3): ἐξ οὐρανοῦ, om een geliefde term van Breukelman te citeren.

Scroll naar boven