Lucas 1,24-25

 


Elisabeth: in blijde of verwijtende verwachting..?

De nieuwere vertalingen laten er geen twijfel over bestaan dat Elisabeth op haar hoge leeftijd in blijde verwachting is. Weliswaar houdt zij zich vijf maanden verborgen, maar tegelijk roept zij volgens de Nieuwe Bijbelvertaling uit: “De Heer heeft zich mijn lot aangetrokken. Hij heeft dit voor mij gedaan opdat de mensen mij niet langer verachten…” En de bijbel in gewone taal geeft deze passage uit Lucas 1:25 als volgt weer: “De mensen vonden mij niets waard omdat ik geen kinderen kon krijgen. Maar de Heer heeft er voor gezorgd dat ik zwanger geworden ben. De Heer is goed voor mij.”

Ook in de Naardense bijbel van ds Piet Oussoren klinkt Elisabeth voluit positief: “Dit heeft de Heer aan mij gedaan! — dit zijn de dagen waarin Hij naar mij omziet om mijn smaad bij de mensen weg te nemen.”

Maar het is toch uitermate eigenaardig, dat iemand zichzelf verbergt, niet in het openbaar tevoorschijn komt, maar wel een danklied uitspreekt “omdat God mijn schande onder de mensen weggenomen heeft.” Hier vormen woorden en daden een merkwaardig contrast met elkaar en komen op gespannen voet met elkaar te staan.

Er is echter volgens mij ook een andere vertaling mogelijk, waardoor woord en daad van Elisabeth wel zinvol op elkaar betrokken worden: “Zo heeft de HEER mij gedaan, in de dagen waarin hij toezag om mijn schande onder de mensen weg te nemen.”

Het Griekse woord Οὕτως (zo) slaat terug op het voorafgaande. De zin die er direct aan voorafgaat, is: “en zij hield zich vijf maanden verborgen.” De tekst lijkt dus een parallel te trekken tussen de verberging van Elisabeth en wat God haar gedaan heeft, nl. zich verbergen. “in de dagen dat hij heeft toegezien om mijn schande onder de mensen weg te nemen.”

Het goed recht van deze uitleg staat of valt met de betekenis van het woord ἐπεῖδεν. Doorgaans wordt dit woord positief geduid als “omzien naar”, maar die betekenis is niet exclusief.

Volgens het Grieks woordenboek van Koenen kan het werkwoord ook betekenen: lijdelijk (moeten) aanzien… (3e betekenis). Deze betekenis zou goed aansluiten bij het verwijt van Gods verberging:

God zag het aan,… maar heeft al die tijden niets voor mij, Elisabeth, gedaan…!

In het hele NT komt dit werkwoord nog eenmaal voor in een andere tekst van Lucas nl. Handelingen 4:29: “En nu Heer, zie toe op hun bedreigingen en geef aan uw knechten alle vrijmoedigheid om uw woord te spreken”. De bedreigingen komen van Herodes en Pontius Pilatus, de heidenen en het volk Israël, om te doen wat Gods hand en raad bepaald hebben dat zal gebeuren.

Ook in dit verband is het niet logisch om dit werkwoord als een positief “omzien naar” te vertalen …want dan zou er feitelijk gebeden worden, dat de bedreigingen werkelijkheid mogen worden.

Ook hier heeft de vertaling van een lijdelijk toezien meer zin, misschien zelfs weer te geven als: Zie voorbij aan hun dreigementen en geeft uw knechten vrijmoedigheid om te spreken…!

Dit vers is m.i. een ondersteuning om het ἐπεῖδεν van Lucas 1:25, niet als dankzegging te lezen maar in verwijtende zin: al die tijd heeft U toegezien, zich niets van mij aangetrokken….(en moet ik nu dan geloven dat het anders is?)

In plaats van in blijde verwachting te zijn, is Elisabeth zwanger van twijfel en onzekerheid, en kan ze niet loskomen uit haar wrok en misnoegen. Dit lot deelt zij met haar ongelovige, tot zwijgen veroordeelde man Zacharias…

Het is natuurlijk ook geen wonder: Want waaraan had Elisabeth ook zeker kúnnen weten, dat zij in verwachting was? Ze weet het pas in de zesde maand als Maria haar bezoekt en het kind ondubbelzinnig opspringt in haar schoot — van vreugde.

Ds Leen de Ronde, Tiel

Email: ronde@solcon.nl

Scroll naar boven