‘Vertrouw je mij’ vraagt God
- Vierdag: 1-1-2000,
- Boek: Exodus
- Perikoop: Exodus 15,22-27
- Vertaler: Eep Talstra
Vertaling
Jip en Janneke-taal#
Moeten we zeker zijn? Moderne vertalingen, zoals de Bijbel in Gewone Taal, vullen de rolverdeling alvast helemaal voor ons in. Soms moet je zoiets wel doen, want verscheidenheid aan vertalingen is belangrijk. God spreekt na Pinksteren alle talen, ook die van Jip en Janneke, daar ben ik zeker van. Maar die toch niet alleen. Zo’n invulvertaling betekent immers ook dat lezers het gevoel verliezen voor een compacte bijbeltekst, die vereist dat je er wat langer over moet nadenken.
Dat geldt ook van het werkwoord in de eerste zin van vers 25. Is het wel ‘aanwijzen’? Er staat het werkwoord ‘instrueren’, ‘onderwijzen’ dat we ook kennen uit het woord ‘Tora’, instructie. Dus: ‘JHWH onderwees hem een boomtak’. Een van de oude Joodse vertalingen in het Aramees telt alles bij elkaar op: ‘hij toonde hem een boom en nam daaruit het woord van JHWH, de Tora.’ Alsof we al bij de Sinaï zijn.
Kerkvaders wisten er ook wel weg mee: het hout dat in het water werd gegooid, verwees naar het kruishout van Christus. Alsof we al op Golgotha staan. Maar zo raak je de bijbeltekst kwijt, want zo gaan alle teksten steeds iets zeggen wat de lezer mooi vindt.
Vertrouwen
Het belangrijkste blijft de plotselinge overgang van het gezuiverde water naar de instelling van een regel. Komt dit stukje tekst hier niet te vroeg? Bepalingen en instructies krijgen we toch pas te horen op de Sinaï, vanaf hoofdstuk 20?
Dat klopt. Maar daarom is het enkelvoud hier belangrijk. Het gaat om de basisregel die aan alles vooraf gaat, de echte vraag die God heeft: is er vertrouwen? Als ik met jou, Israël (er staat steeds een enkelvoud) mee trek en het leven in stand houd, ga jij dan mijn aanwijzingen voor het leven en het juiste gedrag opvolgen?
26=Hij zei:
=Als jij werkelijk luistert naar de stem van JHWH, jouw God,
=doet wat in zijn ogen juist is en gehoor geeft aan zijn opdrachten
=en al zijn bepalingen uitvoert, elke kwaal die ik Egypte heb aangedaan,
=zal ik jou niet aandoen, Ik ben immers JHWH, jouw genezer.
Het is een test, geen vriendelijk verzoek. Verwaarlozing is gevaarlijk. Dat past niet erg bij de moderne religieuze smaak, maar de schepper van hemel en aarde is er de God niet naar om met de pet in de hand op zoek te zijn naar volgelingen. Het lijkt meer op het dwingende dat wij nu ervaren in de regels voor de omgang met Gods schepping en het respect voor leven.
Dat is natuurlijk veel te modern voor het Oude Testament, want in Exodus gaat het om Gods geschiedenis met zijn volk Israël. Maar daar is het wel ooit begonnen. En de urgentie, de test, is dezelfde. Sta je open voor instructies voor het leven? Het leven dat niet van jou is, maar van God?
We zijn hier niet met een bedrijfsuitje spiritualiteit en zingeving bezig – want dan zetten we de geschiedenis van protest, hoop en vertrouwen stil – maar met overleven.
Dr. Eep Talstra is emeritus hoogleraar Oude Testament aan de Vrije Universiteit.#
Dit commentaar is eerst in CW opinie verschenen, zie:1 . Wij danken de redactie voor de mogelijkheid dit commentaar op onze site te kunnen plaatsten.
Noten
- www.cw-opinie.nl↩︎