Exodus 14 God en oorlog, Exodus 14 en 15.

 


Godsdienst en religie hebben een slechte reputatie als het gaat om strijd en geweld. En over een God die zijn volk bevrijdt moet dan wel iets worden uitgelegd. God, als krijger. Maar namens wie eigenlijk?

Exodus 14 en Exodus 15 noemen JHWH een krijger. Als Israël angstig het leger van de Farao ziet naderen, zegt Mozes: ‘JHWH zal voor jullie vechten.’ En als de Egyptische strijdwagens vast komen te zitten, roepen ze hetzelfde: ‘JHWH vecht voor Israël.’ Zodat in hoofdstuk 15 Mozes zingt: ‘Een krijger is JHWH.’

Kan dat? Kun je zo over God praten? De seculiere maatschappij die godsdienst ziet als oneerlijke belangenbehartiging of een geheime agenda van bepaalde groepen, kan dit alleen maar gevaarlijk vinden. Als je dan toch een god nodig hebt, zorg er dan wel voor dat die moreel deugt.

Mensen met een geloof moeten zich vaak haasten om uit te leggen dat hun godsdienst toch echt een godsdienst van vrede is. En even vaak is dat niet meer dan een verplichte mantra tegen de publieke argwaan. Maar ja, als ze jou achterna zitten vanwege je godsdienst, helpen zulke brave verklaringen niet zo erg — vraag het maar aan de Jezidi’s en de Oeigoeren, of aan groepen Joden en christenen.

Exodus 14

13
Mozes zei tegen het volk,
“Wees niet bang. Stel je op en zie dan de redding door JHWH
die hij vandaag voor jullie tot stand gaat brengen.
Want, wat jullie hebben gezien, die Egyptenaren vandaag,
die zullen jullie nooit meer terug zien.
14
JHWH zal voor jullie vechten en jullie kunnen zwijgen.”
 
24
In de morgenwake richtte JHWH, in de vuurzuil en de wolk,
zijn aandacht op het leger van Egypte
en hij bracht het leger van Egypte in verwarring.
25
Hij ontregelde de wielen van zijn wagens en liet hem moeizaam vooruitkomen.
Egypte zei:
“Ik moet vluchten voor Israël, want JHWH vecht voor hen tegen Egypte.”
 
1
Dan zingt Mozes met de kinderen van Israël dit lied over JHWH.
Ze zeiden:
“Ik wil zingen over JHWH omdat hij zo hoog verheven is.
2
Paard en ruiter heeft hij de zee in gedreven.
Mijn kracht en mijn lied is Jah,
Hij werd mijn redding.
Deze is mijn God, ik wil hem prijzen.
De God van mijn vader, ik wil hem verhogen.
3
JHWH is een krijger, JHWH is zijn naam.”
 
11
Wie is als U onder de goden, JHWH?
Wie is als U, glorieus in heiligheid, ontzagwekkend in grote daden;
Die iets ongelooflijks tot stand brengt?
 
13
U hebt in uw trouw, het volk geleid dat U hebt bevrijd,
door uw kracht gebracht naar uw heilige verblijf.
 
14
Volken hebben het gehoord, ze sidderen,
16
Angst en grote schrik overvalt hen,
door uw grote macht worden ze als versteend,
totdat uw volk overtrekt, JHWH,
totdat het volk overtrekt, dat U hebt verworven.
17
Breng hen en plant hen op de berg die uw eigendom is,
de plaats die U tot uw verblijf hebt gemaakt, JHWH,
het heiligdom dat uw handen hebben gevestigd.
18
JHWH zal koning zijn voor eeuwig en altijd.
 
Scroll naar boven