Exodus 17,8-16

 


Amalek

`toen kwam Amalek´

Amalek komt hier zonder enige waarschuwing het verhaal binnen vallen. Waarom juist nu? Is het, zoals een rabbijn zegt, omdat juist hier Israël verzwakt was na de honger en de dorst en de onderlinge twist? Het zou goed passen bij het beeld dat Tenach van Amalek geeft. Amalek is de eerste van de volkeren die Israël aanvallen. Hij zal ook steeds een aparte plaats blijven innemen. Deze vijand is anders dan alle andere vijanden. Vandaar dat Israël juist voor deze vijand enorm op haar hoede moet zijn. Deut. 25:17-19 geeft aan om wat voor vijand het gaat: ´Gedenk, wat Amalek u gedaan heeft op uw tocht, toen gij uit Egypte getrokken waart; hoe hij u onderweg tegenkwam en al de zwakken in uw achterhoede afsneed, terwijl gij vermoeid en uitgeput waart, en hoe hij God niet vreesde…´. Deze vijand is de tegenstander van de bevrijding zelf: hij heeft het voorzien op vrijgelaten slaven, en dan nog op de zwaksten en de kleinsten, op de achterhoede. Hij valt in de rug aan, op een moment van vermoeidheid, zwakte, en onderlinge strijd. Hij is de sterke die probeert de zwakke te overmeesteren. Zo is Amalek. Anders nog weer dan Egypte. De profeten kunnen in hun vredesvisoenen zelfs van Egypte nog omkeer verwachten (Jes. 19:21-23). Maar Amalek is anders. Zijn naam moet worden uitgewist.

`heilige oorlog´?

De eerste confrontatie met Amalek levert een oorlogszuchtig verhaal op, met veel geweld. Een verhaal dat volstrekt partijdig wordt beschreven. Een heilige oorlog? Jazeker, dat is het, als we dat begrip tenminste maar heel goed duidelijk kunnen maken.

Heilige oorlog, dat heeft niets te maken met `het doel heiligt alle middelen´. Essentie van een heilige oorlog is, dat die niet om eigenbelang gevoerd wordt, om uitbreiding van macht of gebied. Het is een oorlog in opdracht. Het is een strijd, die God eigenlijk zelf voert: ´Ik zal de herinnering aan Amalek onder de hemel volledig uitwissen´ (vs. 14). Daarom is de `staf van God´ (vs. 9) zo belangrijk. Die staf hebben we al vaker gezien als teken van Gods vóórtdurende zorg voor de tocht van zijn volk. Bij de Schelfzee, bij het water uit de rots, en ook hier in de strijd met de vijand.

Mozes is hier de personifiëring van het volk, dat strijdt. Met die staf in de hand heeft hij volmacht van godswege. Heilige oorlogen zijn natuurlijk hoogst riskant: misbruik van het `with God on our side´ is zo vaak gemaakt, religieuze extremisten zijn van alle tijden en het risico van irreële vijandsbeelden ligt levensgroot op de loer. Toch moet de strijd tegen een vijand als Amalek gewaagd worden.

De manier waarop die strijd verloopt, doet ons wat vreemd aan. Bijna magisch, zoals die opgeheven handen heel direct van invloed zijn op de strijd. Wellicht is dit deel van het verhaal heel oud. Sommigen vermoeden, dat de steen, waarop Mozes gaat zitten, de aanleiding was voor een etiologisch verhaal. We hoeven niet te doorgronden hoe die staf `werkt´. De houding van Mozes met opgeheven handen is later vaak geduid als een biddende houding. Maar het gaat om de staf: de strijd heeft succes, waar die in Gods naam gevoerd wordt, in opdracht, en in vertrouwen. De NBG-vertaling ´zijn handen waren onbeweeglijk´ (vs. 12) laat niet horen wat er eigenlijk staat: èmoena, `in vertrouwen´.

steeds weer Amalek

Amalek wordt wel ´afgezwakt´ (Ex. 17:13), maar niet verslagen. Hij blijft een bedreiging, tot in de Richterentijd (Ri. 3:13, Ri. 6:3, etc.). Maar ook later: Haman de Agagiet uit het boek Esther wordt beschouwd als een regelrechte nazaat van Amalek, en terecht: ook hij is typisch de meest achterbakse vijand van Israël, je mag zelfs zeggen: de antisemiet, de fascist. En hij is niet de laatste geweest. Ook het naziregime heeft zich laten kennen als regelrechte nazaat van Amalek. En nog steeds is de stijl van Amalek op vele plaatsen te herkennen.

Amalek dwarsboomt Gods bevrijdingsbeweging. Hij heeft zichzelf tot Gods tegenstander gemaakt: ´De HEER heeft een strijd tegen Amalek van geslacht tot geslacht´ (Ex. 17:16). Bij die strijd worden mensen betrokken. Daarom volgt hier voor het eerst in de Thora de opdracht: ´Schrijft dit ter gedachtenis in een boek…´ Het verhaal over Amalek van toen en van onze eeuw moet opgeschreven worden, omdat hij slechts tijdelijk verslagen is, en steeds weer de kop op kan steken. Hem vergeten zou argeloos en gevaarlijk zijn. Gedenken wordt ons geboden. Niet alleen met het oog op wat het verleden, maar met het oog op de toekomst. ´Gedenk, wat Amalek je aangedaan heeft… vergeet het niet!´1

Noten

1: Amalek leverde eind vorige eeuw twee Nederlandse dissertaties op: Egbert Rooze beschrijft Amalek als de bijbelse tegenstander par excellence en neemt een pittig standpunt in inzake de noodzaak van geweld om hem te stoppen: dr. E.A. Rooze, *Amalek geweldig verslagen: een bijbels-theologisch onderzoek naar de vijandschap Israël-Amalek als bijdrage tot de discussie over `Geweld in het Oude Testament´*. Gorinchem 1995, vgl. ook: Egbert Rooze, *Amalek. Over geweld in het Oude Testament* (Verklaring van een bijbelgedeelte). Kampen 2002.

Van andere aard is het onderzoek van A. Schuil, dat zich vooral richt op structuuranalyse en woorden tellen, en minder uitgesproken is over de boodschap: dr. A. Schuil, Amalek: onderzoek naar oorsprong en ontwikkeling van Amaleks rol in het Oude Testament. Zoetermeer, 1997.

Scroll naar boven