Marcus 15,43-16,8
- Vierdag: 4-5-2025, 3e van Pasen
- Boek: Marcus
- Perikoop: Marcus 15,43-16,8
- Vertaler: Nico Riemersma
Vertaling
15, 42
Toen het al avond was geworden
– omdat het voorbereiding was, dat is de voorsabbat —
43
kwam Jozef [die] uit Arimatea, een vooraanstaand raadsheer,
die zelf ook de komst van het koninkrijk van God verwachtte.
Hij waagde het, ging bij Pilatus naar binnen
en vroeg hem om het lichaam van Jezus.
44
Pilatus verbaasde zich dan dat hij reeds gestorven was.
Toen hij de centurio bij zich geroepen had,
bevroeg hij hem of Jezus al gestorven was.
45
Toen de centurio dat erkend had,
schonk hij het lijk aan Jozef.
46
Jozef die een stuk linnen had gekocht,
en hem er vanaf had gehaald
wikkelde hem in het linnen.
en legde hem in een grafmonument, dat in de rots was uitgehouwen
en rolde een steen op de ingang van het grafmonument.
47
Maria, de Magdaleense, en Maria, de moeder van Joses, dan
keken toe waar hij was gelegd.
16, 1
Toen de sabbat verstreken was,
kochten Maria, de Magdaleense en Maria, die van Jacobus, en Salome, specerijen
om hem te gaan zalven.
2
Zeer vroeg, op de eerste van de week komen ze bij het grafmonument,
toen de zon was opgegaan.
3
Ze zeiden tegen elkaar:
‘Wie zal voor ons de steen afwentelen uit de ingang van het grafmonument?’
4
Opgekeken aanschouwen ze dat de steen is afgewenteld,
want hij was zeer groot.
5
Toen ze het grafmonument waren binnengegaan,
zagen ze een jongeman,
gezeten aan de rechterkant,
bekleed met een wit gewaad.
Ze werden ontsteld.
6
Hij zegt hen dan:
‘Weest niet ontsteld,
Jezus zoeken jullie,
de Nazarener,
de gekruisigde.
Hij is hier niet,
zie de plaats waar ze hem gelegd hebben.
7
Maar gaat heen,
zegt aan zijn leerlingen en aan Petrus
dat hij jullie voorgaat naar Galilea.
Daar zullen jullie hem zien,
zoals hij jullie gezegd heeft.’
8
Toen ze eruit waren gegaan,
vluchtten ze weg van het grafmonument,
want siddering en ontzetting had hen in de greep.
Niemand zeiden ze iets,
want ze waren bevreesd.