Lucas 20,9 – 19
- Vierdag: 6-4-2025, 5e van de 40 dagen
- Boek: Lucas
- Perikoop: Lucas 20,9-19
- Vertaler: Leen de Ronde
Inleiding
Na de intocht in Jeruzalem en de reiniging van de tempel (Luc. 19,28-48) geeft Jezus zijn laatste onderwijs in de tempel en verkondigt aan het volk het evangelie (Luc. 20:1), terwijl de tempelautoriteiten (overpriesters, schriftgeleerden en oudsten) hem voortdurend schaduwen.
Dit spanningsveld tussen het volk en zijn leiders is in deze Lucaanse versie van Jezus’ één na laatste gelijkenis sterk aanwezig. De confronterende benadering van deze gelijkenis komt o.a. tot uitdrukking in het herhaald voorzetsel: ‘pros’.
Vertaling
9
10
11
Hij besloot6 om nog een andere slaaf te sturen.
Maar ook deze tuigden ze af,
en zonder enig respect te tonen zonden ze (hem) ledig heen.
12
Opnieuw besloot hij een derde te sturen.
Maar ook deze hebben ze
met verwondingen eruit gegooid.
13
14
Maar toen de pachters hém zagen,
gingen ze in overleg met9 elkaar:
Dit is de erfgenaam!
Laten we hem doden,
opdat de erfenis voor ons zal worden.
15
En nadat ze hem eruit gegooid hadden,
hebben ze hem buiten de wijngaard gedood.
Wat zal de eigenaar van de wijngaard hen dan doen?
16
Zal hij komen en deze pachters ombrengen
en de wijngaard aan anderen geven?10
Maar toen zij het gehoord hadden, spraken ze:
Dat zal niet gebeuren!
17
18
19
Op dat moment waren de schriftgeleerden en overpriesters van plan
om de hand aan hem te slaan, tegelijk waren zij bevreesd voor het volk.
Zij begrepen dus, dat hij deze gelijkenis tot hén had gesproken.
Noten
- Synoptische parallellen zijn: Mattheus 21:33-46 en Marcus 12:1-12. Alleen Lucas vermeldt dat de gelijkenis tot het volk gericht is, zie ook vers 19 en 20:1-2. Het voegwoordje ‘de’ heeft hier contrasterende betekenis, omdat in de voorgaande discussie Jezus de tempelleiders niet meer wilde antwoorden.↩︎
- Vgl, Jesaja 5:1-7 ; Ook Jeremia, Ezechiël en Hosea kenen het beeld van Israël als wijngaard of wijnstok, zie ook Ps. 80:9-12.↩︎
- Voor het motief van de reis naar het buitenland, zie ook Luc. 19:12↩︎
- apo tou karpou: enkelvoud, daarom vertaald als ‘opbrengst’, ‘oogst’.↩︎
- Werkwoord ‘derein’ heeft als oorspronkelijke betekenis: villen.↩︎
- Prostithemai: mediale vorm: zich voegen tot↩︎
- Kurios: eigenaar, heer↩︎
- Entrepomai fut, mediale vorm: zich omkeren, zich bekommeren om; vgl. Luc 18: 2 en 4↩︎
- Impf. van dialogizomai, met ‘pros’, vgl. het ‘pros’ van vers 9 en 19.m Zie ook pros-tithemai v. 11 en 12↩︎
- In het verlengde van het voorafgaande lees ik ook dit als een vraagzin. Hier niet interpunctie van NA gevolgd.↩︎
- Dit aankijken staat in contrast met het zien van de pachters in v. 14.↩︎
- Zie Palm 118: 22. Ook psalm van de intocht: Gezegend die komt in de naam van de ENIGE… Als laatste hallel-psalm maakt Ps. 118 o.a. deel uit van de pesachliturgie. Zie ook Jes. 28:16 en Jer. 51:26.↩︎
- Likmaoo; oorspronkelijke betekenis: wannen (zie Ru 3:2) in LXX meestal in de betekenis van: verstrooien.↩︎