Lucas 13,1-9
- Vierdag: 23-3-2025, 3e van de 40 dagen
- Boek: Lucas
- Perikoop: Lucas 13,1-9
- Vertaler: Peter Crom
Inleiding
De twee verhalen verschillen in stijl en inhoud, terwijl er de suggestie wordt gewekt dat het tweede verhaal het eerste uitlegt. In 1-6 een discussie, vergelijkbaar met hoofdstuk 12, over het verband tussen schuld (door in opstand te komen? onjuiste rituelen?) en noodlot. Ook in onze tijd wordt vaak verband gelegd tussen het lot en ‘geloof’: je zult het wel verdiend hebben, of ‘de Here heeft ons rijk gezegend’.
In het tweede verhaal wordt de verantwoordelijkheid voor de oogst niet bij de vijgenboom maar bij de wijgaardenier gelegd: hij (de kerk?) heeft de taak goed voor de jonge aanplant te zorgen en groei te bevorderen.
Vertaling
1
2
Hij gaf hen als antwoord:
Denken jullie dat deze Galileeërs zondaars waren3, meer dan alle andere Galileeërs,
omdat zij door dit onheil werden getroffen?
3
4
Of die achttien waar de toren in Siloam op viel6
en hen doodde,
denken jullie dat zij meer schuld hadden dan alle andere inwoners van Jeruzalem?
5
Nee, zeg Ik jullie,
maar als jullie je niet bekeren,
zullen jullie net als zij te gronde gaan.
6
7
8
Maar die zei tegen hem:
Heer, laat hem dit jaar nog staan,
totdat ik om hem heen heb gegraven
en er mest bij heb gegooid.
9
En als hij dan ook echt vrucht zal geven, dan is het goed.
Zo niet, dan moet u hem omhakken.
Noten
- Verwijst dat naar de massabijeenkomst van hoofdstuk 12? (toen een menigte van tienduizenden mensen bijeengekomen was, zodat zij elkaar bijna onder de voet liepen 12,1) waar een moreel/politiek program uiteen wordt gezet met als thema’s oprechtheid, rechtvaardigheid, geen zorgen maken.↩︎
- In Handelingen 5,36-37 worden enige opstandelingen genoemd: Teudas en Judas de Galileeër.↩︎
- Ook in Johannes 9,2 is men benieuwd of onheil het gevolg is van de ‘zonde’. Jezus wijst dit verband regelmatig af en vraagt medeverantwoordelijkheid van zijn leerlingen.↩︎
- Nestle verwijst naar LXX Psalm 7,13 ἐὰν μὴ ἐπιστραφῆτε τὴν ῥομφαίαν αὐτοῦ στιλβώσει τὸ τόξον αὐτοῦ ἐνέτεινεν καὶ ἡτοίμασεν αὐτὸ. De HSV vertaalt: Als men zich niet bekeert, dan zal Hij Zijn zwaard scherpen. De NBV21 vertaalt: Maar de vijand scherpt opnieuw zijn zwaard, hij spant zijn boog en legt aan.↩︎
- Vgl. Jeremia 12,17.↩︎
- Pilatus had voor de bouw van een waterleiding van Siloam geld uit de tempelschatten weggenomen. Woedend waren de Joden hierover geweest en ze waren in opstand gekomen. Een deel van de opstandelingen had zich toen samengetrokken bij Siloam en zich verschanst in een toren. Door de Romeinse soldaten was deze toren gerammeid of ondergraven zodat hij instortte. Alle achttien mannen die binnen in de toren waren, hadden bij deze gebeurtenis de dood gevonden. Vgl. Flavius Josephus, Joodse Oorlogen, Boek 1, Hfdst. 9, § 4.↩︎
- Vgl. Jesaja 5,1-7, Psalm 80, 9-17↩︎
- Vgl. Jeremia 24,2-9, Hosea 9, 10.16v.↩︎
- Leviticus 19:23-25↩︎
- Habakuk 3,17v↩︎
- Matteüs 3,10↩︎