Johannes 17,1-13

Inleiding

Na de voetwassing in Joh.13 lijken er een aantal afscheidswoorden aaneen geregen te zijn tot een lange afscheidsrede met woorden van troost en bemoediging en waarschuwing voor de komende gevaren. Ze eindigen met: 16:31-33:

[31] Jezus vroeg: ‘Nu geloven jullie? [32] Er komt een tijd, en die tijd is er al, dat jullie uiteengejaagd worden, dat ieder zijn eigen weg gaat en Mij alleen achterlaat. Maar Ik ben niet alleen, want de Vader is bij Mij. [33] Ik heb dit gezegd opdat jullie vrede vinden bij Mij. Jullie zullen het zwaar te verduren krijgen in de wereld, maar houd moed: Ik heb de wereld overwonnen.’

Dan volgt er dit: Jezus bidt voor zijn leerlingen.

Vertaling

17, 1
Nadat Jezus dit gezegd had en zijn ogen opsloeg naar de hemel1, zei Hij:
Vader, het uur is gekomen:
Laat nu zien wat Uw Zoon waard is,
dan zal de Zoon laten zien wat U waard bent2,
2
zoals U Hem het gezag3 over alle mensen4 gegeven hebt5
om aan allen, die U Hem gegeven hebt, het eeuwige6 leven te geven.
3
Dit is nu het eeuwige leven:
dat zij U kennen, de enige ware God,
en Hem die U gezonden heeft: Jezus Christus.
4
Ik heb op aarde laten zien wat U waard bent
door het werk af te maken dat U Mij te doen gegeven hebt7.
5
Laat mij nu zien wat U waard bent, Vader,
met Uw waardigheid, die ik bij U had voordat de wereld bestond8.
6
Ik heb Uw Naam bekend gemaakt aan de mensen9
die U Mij gegeven hebt uit de wereld.
Zij waren van U,
en U hebt ze aan Mij gegeven
en zij hebben Uw Woord bewaard.
7
Nu hebben zij begrepen dat alles wat U Mij gegeven hebt van U afkomstig is:
8
want de woorden, die U Mij gegeven hebt, heb ik aan hen doorgegeven,
en zij hebben ze aangenomen
en ze weten nu echt dat Ik van U gekomen ben
en ze geloven dat U Mij gezonden hebt10.
9
Ik bid voor hen;
Ik bid niet voor de wereld
maar voor hen die U Mij gegeven hebt,
omdat zij van U zijn.
10
Al het mijne is van U
en al het uwe is van Mij;11
en Ik zie wat ik waard ben in hen.
11
Ik ben al niet meer in de wereld,
maar zij blijven wel in deze wereld.
Ik kom naar U toe.
Heilige Vader,
bewaar hen in Uw Naam, die U Mij gegeven hebt,
opdat zij één zijn, zoals wij.
12
Toen12 Ik bij hen was,
heb Ik hen bewaard in Uw Naam,
die U Mij gegeven hebt,
en Ik heb over hen gewaakt
en niemand van hen is verloren gegaan,
behalve het verloren kind13,
opdat de Schrift vervuld zou worden14.
13
Maar nu kom Ik naar U toe
en Ik zeg al deze dingen in de wereld
opdat mijn blijdschap hen moge vervullen15.

Noten

  1. Joh. 14:13.↩︎
  2. Vgl. Joh. 12:23, 14:31. δοξάζω is een sleutelwoord in deze tekst. HSV en NBG’51 hebben ‘verheerlijken’, NBV21 heeft ‘grootheid tonen’. LSJ wijst op de versterkte betekenis van δοκεῖν denken, menen, zich voorstellen. Vandaar δοξάζω 1. een mening vormen of hebben, vermoeden en 2. (in chr. religieuze context) (ver-)eren, verheerlijken, beroemd maken, vergoddelijken. Het leek mij goed om dicht bij de oorspronkelijke betekenis te blijven.↩︎
  3. Ἐξουσία autoriteit, jurisdictie, macht, vrijheid, kracht, recht. Zijn macht is verworven door de mensen die Hem erkennen: dus gezag.↩︎
  4. Σάρξ vlees. Maar geen varkensvlees (hoewel, Mat. 8:30vv). Ook: het lichaam, of (impliciet) de menselijke natuur (met haar zwakheden (fysiek of moreel) en hartstochten), of (in het bijzonder) een mens (als zodanig).↩︎
  5. Vgl. Joh. 3:35.↩︎
  6. Vgl. Joh. 10:28-29. ζωὴν αἰώνιον eigenlijk een tijdperk; bij uitbreiding eeuwigheid (ook verleden); impliciet de wereld; in het bijzonder (Joods) een Messiaanse periode (heden of toekomst), (begin van de , terwijl de) wereld (begon, zonder einde). Vergelijk χρόνος. Bij Joh. Vooral aanduiding van de nieuwe Messiaanse tijd.↩︎
  7. Vgl. Joh. 4:34, 5:36.↩︎
  8. Vgl. Joh. 17:24.↩︎
  9. Vgl. Joh. 12:28, 17:26.↩︎
  10. Vgl. Joh. 5:36, 11:42, 17:25.↩︎
  11. Vgl. Joh. 16:15.↩︎
  12. Ὅτε daarna, zo snel mogelijk, toen, terwijl, zolang.↩︎
  13. Ὁ υἱὸς τῆς ἀπωλείας, de Zoon der Vernietiging, maar het inclusieve verloren kind klinkt beter naast het niet verloren gaan. Het is serieuzer dan ‘Peter Pan and the Lost Boys’, de arme weeskinderen zonder toekomst.↩︎
  14. Het Evangelie van Judas gaat uitgebreid in op het ‘nut’ van zijn ‘verraad’.↩︎
  15. Hier staat de essentie van het Johannes Evangelie: Christus is afgedaald uit de hemel naar ‘wereld’, om met zijn boodschap ons uit te nodigen om met hem mee terug te keren naar het hemelse licht en de blijdschap. Hier verheugt Hij zich al op het weerzien!↩︎
Scroll naar boven