Deuteronomium 24,17-22
- Vierdag: 31-8-2025, 11e van de zomer
- Boek: Deuteronomium
- Perikoop: Deuteronomium 24,17-22
- Vertaler: Eddy Reefhuis
Inleiding
In Deuteronomium (דברים) staan volgens het boek zelf (Dt. 1,1) de woorden die Mozes heeft gesproken tot het volk voordat zij — en hij zelf niet — het land aan de overkant van de Jordaan binnengaan.
Doel is (Dt. 1,5), deze thora te ‘verduidelijken’. Als je ziet dat ‘wees en weduwe’ hiervóór alleen in Ex. 22 voorkomen, maar in Deut. maar liefst 11x, valt te vermoeden, dat die verduidelijking ook verruiming van de geldigheid inhoudt. De nauwkeurige formuleringen zijn niet beperkend bedoeld.
Deut. 24,17-22 maakt deel uit van een reeks voorschriften die niet direct een verbindend thema hebben. Tenachon suggereert, dat Deut. 24,1 — 25,4 gaat over de scheiding tussen eigen en niet-eigen (nav.de opmerkingen over echtscheiding in Deut. 24,1-4), en vat het vervolg samen met ‘de waardigheid van het leven’. Onze perikoop leert dan, dat ‘eigen’ niet kan betekenen, dat je de anderen vergeet.
Vertaling
Noten
- of: gedenk. Het gaat niet om verzinnen, maar om je herinneren↩︎
- deze zin alleen in Deut 5,15; 15,15; 16,12; 24,18.22.↩︎
- deze formulering in Ex. 34,11, waar JHWH dit tegen Mozes zegt, en 37x in Deut., waar Mozes dit zegt↩︎
- letterlijk: dit woord / deze zaak te doen — דבר, vgl. de titel van Deut. in de hebreeuwse bijbel: דברים↩︎
- om te oogsten↩︎
- uiteraard wordt de druivenoogst bedoeld. Maar omdat ‘wijngaard’ ook een beeld is voor het beoogde Israël, zou ik het graag laten staan. ‘Je wijngaard binnenhalen’ gaat dan misschien niet alleen over druiven↩︎
- zie noot 4↩︎