Jeremia 4,19-5,1
- Vierdag: 24-3-2024, 6e van de 40 dagen
- Boek: Jeremia
- Perikoop: Jeremia 4,19-5,1
- Vertaler: Joep Dubbink
Inleiding
We vallen midden in een langere tekst, die volgens velen al in 4:5 begint: een aankondiging van de vijand uit het noorden. Gestuurd door Jhwh komt er een vijand over het land die niet te weerstaan is. Vroeger was de vraag, wie die vijand was, omdat men deze vanwege de datering van dit gedeelte niet met de Babyloniërs kon identificeren. Tegenwoordig wordt meer algemeen aan de Babylonische belegering van 597 gedacht, die (in retrospectief) door de profeet voorzien wordt.
Vertaling
Exegetische kanttekeningen
Een ingewikkelde lezing, maar indrukwekkend. De passage die een anti-scheppingsverhaal voorstelt (23-28) is indrukwekkend, de daaropvolgende passages roepen gruwelijke beelden op die we allemaal maar al te goed kennen uit Oekraïne of Gaza. Het lastige is, dat ze hier gepresenteerd worden als schets van het oordeel van Jhwh.
Fischer merkt droogjes op: ‘Gott so mit weltlichem Geschehen direkt in Verbindung zu bringen ist heute kaum üblich. Soziale, psychologische, wirtschaftliche und andere Analysen versuchen, verschiedene Aspekte der die ganze Welt betreffenden Mißstände zu erklären, ohne sie aber vollständig erfassen zu können’. Hoofdstuk 4 eindigt zonder oplossing, met een open eind. Die kans, dat de profetie haar doel treft en daarom niet gerealiseerd hoeft te worden, is er op dit moment nog steeds. Maar het is wel onaf.
Daarom is doorlezen tot en met 5:1 volgens mij een prachtige vondst. Bij het zoeken naar die ene rechtvaardige moet ik denken aan Diogenes, de filosoof die op klaarlichte dag met een lantaarn op zoek ging naar een mens. Israël zoekt dan natuurlijk ‘in de straten van Jeruzalem en op haar pleinen’ niet zomaar naar een mens maar naar een rechtvaardige. Lees dat op Palmzondag naast het verhaal van Jezus’ intocht in straten van Jeruzalem, en je hoeft er nauwelijks meer iets aan uit te leggen.
Noten
- Wie spreekt hier? Is het de profeet? Zo wordt vaak gedacht, want Jeremia staat bekend om zijn persoonlijke, emotionele uitroepen zoals geregeld in de ‘confessiones’ (Jer. 11; 12; 15; 18; 20). Maar op grond van het ‘mijn tenten’ in vs. 20 denken sommigen ook aan de personificatie van de stad, zo Fischer. Misschien kan beide ook samen, en spreekt de profeet óók namens het land, het volk en de stad (Lundbom).↩︎
- Hier wisselt de spreker, en moet Jhwh aan het woord zijn.↩︎
- Dit niet-standaard-Nederlands met een Mokums tintje vanwege het terugkomende ידע. De laatste twee regels van dit vers zijn een typisch Jeremiaanse woordspeling, met in de eerste regel ironie (wijs…), in de tweede bittere ernst (geen goed doen).↩︎
- 23-28 biedt een indrukwekkende omkering van Genesis 1. Hoe dat zit met de datering weet ik niet, maar de toespelingen zijn onmiskenbaar. ארץ is daarom lastig te vertalen: gezien de hemel in het vervolg moet het eigenlijk wel ‘aarde’ zijn, maar in de context ligt ‘land’ meer voor de hand. De native speaker hoorde natuurlijk allebei.↩︎
- De uitdrukking תהו ובהו alleen nog in Gen. 1:2.↩︎
- Of: des hemels.↩︎
- Dit lijkt dan weer erg op de tuin van Gen. 2:6-7. ‘De gaarde een woestijn’ is de titel van een synoderapport van de NHK over de milieucrisis uit 1990.↩︎
- Over deze regel is veel debat, omdat deze zo uit de toon valt in de context: ‘Geen einde’ lijkt ietwat verzachting in het oordeel te brengen, en wordt daarom door commentaren wel geschrapt. Anderen verwijderen לא, wat op hetzelfde neerkomt. Of lezen het als een retorische vraag (‘En zal ik er niet een eind aan maken?’ ‘Ja natuurlijk’) en ook dat komt op hetzelfde neer. De meeste vertalingen volgen de positieve(re) mogelijkheid.↩︎
- Ook mogelijk is: ‘elke stad’, net zoals in de tweede helft van het vers.↩︎
- Het beeld dat hier wordt opgeroepen is van grote treurigheid: de stad, gepersonifieerd als vrouw, die in deze grote nood blijkbaar in de ontkenningsfase zit, of in een daad van wanhoop zich nog een keer opdoft, en zo de ondergang tegemoet gaat.↩︎
- Vgl. Hos. 2:7.9 en Ez. 23:9.20, beide beruchte antivrouwelijke teksten. Hier blijft dat nog ietwat beperkt.↩︎
- נפשׁ בקשׁ — ‘iemands ziel/leven zoeken’: in deze volgorde en in deze betekenis een unieke uitdrukking; de gebruikelijke uitdrukking voor ‘naar het leven staan’ is net omgekeerd, met het verbum voorop; zo nog 10x in Jeremia, totaal meer dan 30x in de Hebreeuwse Bijbel.↩︎