Jeremia 23,1-6

Vertaling

1
Wee de herders die de schapen van mijn weide verloren laten gaan en ze verstrooien,
uitspraak van de Eeuwige.
2
Daarom, zo zegt de Eeuwige, de God van Israël tot de herders die mijn volk weiden:
“Jullie verstrooien en drijven mijn schapen uiteen
en jullie zoeken ze niet op.
Kijk aan: ik zal jullie opzoeken om de boosheid van uw handelingen”
uitspraak van de Eeuwige.
3
Ikzelf zal de rest van mijn schapen verzamelen uit al de landen waarheen ik hen had verdreven en
ik zal hen doen terugkeren naar hun weide.
Zij zullen vruchtbaar zijn en talrijk worden.
4
Ik zal over hen herders aanstellen om hen te weiden
en zij zullen vrees noch schrik meer hebben.
Zij zullen niet meer bezocht worden,
uitspraak van de Eeuwige.
 
5
Zie aan, de dagen komen,
uitspraak van de Eeuwige
dat ik voor David aanstel een rechtvaardige Spruit.
Die gaat als koning regeren en verstandig handelen.
Hij gaat recht en gerechtigheid doen in het land.
6
In zijn dagen zal Juda bevrijd worden en zal Israël veilig wonen.
En dit is de naam waarmee men hem zal aanroepen:
“De Eeuwige is onze gerechtigheid.”
Scroll naar boven