Jeremia 1,4-19
- Vierdag: 18-2-2024, 1e van de 40 dagen
- Perikoop: Jeremia 1,4-19
- Vertaler: Joep Dubbink
Inleiding
Dit ‘roepingsverhaal’ van Jeremia is zeer geliefd. Het wordt vaak biografisch en psychologiserend uitgelegd (zo recent nog in de grote commentaar van Georg Fischer). Dat mag zo zijn, maar wellicht belangrijker is, dat de grote thema’s van Jeremia’sprediking hier al aan de orde komen. De indeling:
4-10 eigenlijke roepingsverhaal
11-16 twee visioenen
11-12 het visioen van de amandelboom, met korte uitleg
13-16 het visioen van de kokende pot, met uitvoerige uitleg
17-19 hernemen van de roeping
De vertaling is ontleend aan mijn proefschrift, Waar is de Heer? dynamiek en actualiteit van het woord van Jhwh bij Jeremia, Gorinchem 1997, 35-59, maar grondig bewerkt; de notities komen daar ookvaak vandaan.
Vertaling
Noten
- לאמר beschouw ik als aanduiding voor het begin van de directe rede, dus een dubbele punt.↩︎
- Er is veel discussie over de leeftijd van een נער:: het woord wordt breed gebruikt, van een kind van drie maanden (Mozes, Ex. 2) tot de jonge koning Salomo (1 Kon. 3). Ik vertaal ‘jong’ omdat dat het accent heeft: te jongvoor deze klus.↩︎
- ‘iedereen’ is mooier, maar dan verdwijnt de parallel met de volgende regel en de sterke nadruk op כל..↩︎
- Vgl. Deut. 18:18.↩︎
- In het suffix, meervoud, zitten de tegenstanders van Jeremia verborgen, waar hij vanaf het begin tegenop moet.↩︎
- Vlg. Jes. 6:6-7, maar daar indirect (seraf, en tang met kooltje). Hier ook niet het element van ‘reiniging’ zoals bij Jesaja.↩︎
- Eveneens Deut. 18:18. Jeremia wordt neergezet als een, of misschien zelfs de profeet in de lijn van Mozes.↩︎
- Dit zestal werkwoorden is heel markant voor het boek Jeremia (vgl. 12:14-17, 18:7v, 24:6, 31:28, 42:10, 45:4, met enige variatie). Let erop dat de eerste twee over de natuur gaan, de volgende twee over menselijk activiteit,en dat de laatste twee beide weer oppakken, maar nu (eindelijk) positief. De lezer is gewaarschuwd: de doemprofetie overheerst in dit boek.↩︎
- Woordspel rondom שׁקד.. De amandel is de eerste bloeier in de lente, Buber: ‘Zeitigreg, der Mandel, … zeitig rege ich mich’; Jhwh is alert om toe te zien op wat hieraangekondigd wordt.↩︎
- Lett. ‘zijn aangezicht (voorkant) is vanuit het noorden’. Woordspel minder direct dan in vorige visioen, opmerkelijk: de LXX heeft het wel (ὑποκαιόμενον — op het vuur gezet / ἐκκαυϑήσεται zal losbranden). In het Hebreeuwsalleen klankrijm tussen נפח en פתח en het noorden als gemeenschappelijk element.↩︎
- In 39:3 wordt dit letterlijk gedaan door de Babyloniërs, en worden Sedekia, zijn zonen en anderen gevonnist. Opmerkelijk dat hier gesteld wordt dat het Jhwh is die vonnis wijst(‘ik’ in v. 16) en om een andere reden dan Nebukadnessar, maar die beide ‘gerichten’ hebben toch iets met elkaar van doen.↩︎
- Gezien de verschillende vorm van חתת,, resp. nif. en hif., meen ik dat deze vertaling de juiste is: er zit de dreiging achter dat de profeet, mocht hij zijn opdracht opgeven, met een andere tegenstander van doen krijgt.Niet alle commentaren volgen dat, onder meer omdat de LXX het niet heeft. Vlg. Mozes die in Ex. 3:1-4:17 bevreesd is voor de farao, maar in de duistere perikoop Ex. 4:24-26 God zelf ontmoet als een veel vreeswekkender tegenstander.↩︎
- עם הארץ,, volk van het land: gekend moeilijke uitdrukking. Is ‘landeigenaars/vrije burgers’ bedoeld, dan is het ’t sluitstuk van een opsomming van mensen op hoge posities. Het kan ook veel algemener tot ‘volk’ vervlakkenen als restcategorie fungeren: ‘… en verder iedereen.’↩︎
- Hier wordt v. 8 weer opgepakt.↩︎