Deuteronomium 4,32-40

Want bevraag toch de begindagen, die er waren voor u,

vanaf de dag dat God de mens op de aarde heeft geschapen,

en van het ene einde des hemels tot het andere einde des hemels:

Is er iets gebeurd als deze grote daad

of heeft men ooit iets dergelijks gehoord?

Heeft ooit een volk een stem van een god horen spreken vanuit het midden van het vuur

zoals jullie gehoord hebben, en dat overleefd?

Of heeft ooit een god beproefd om te komen

om voor zich een volk te nemen uit het midden van een [ander] volk

door beproevingen,

door tekenen en wonderen en oorlog,

door een sterke hand en door een opgeheven arm,

en door grote vreeswekkende daden

zoals alles wat Jhwh, uw God, in Egypte aan jullie hebt gedaan om uwentwil?

Jullie hebben het gezien

om weet te hebben dat Jhwh degene is die God is;

er is geen ander dan alleen Hij.

Vanuit de hemel heeft Hij jullie zijn stem laten horen om jullie te disciplineren,

en op aarde heeft Hij jullie dat grote vuur laten zien

en hebben jullie zijn woorden gehoord uit het midden van het vuur.

Omdat Hij jullie vaderen heeft liefgehad en hun nazaten heeft uitgekozen,

heeft Hij zelf jullie met grote kracht uit Egypte doen uitgaan

en volken verdreven die groter en machtiger waren dan jullie, voor jullie uit

om jullie te brengen, jullie het land te geven ten erfdeel,

zoals dat deze dag het geval is.

Heb weet vandaag en neem het ter harte,

dat Jhwh degene is die God is, in de hemel hierboven en op de aarde hierbeneden;

er is geen ander.

Bewaar zijn inzettingen en zijn geboden, die ik jullie vandaag gebied,

dat het u en uw kinderen na u goed zal gaan,

zodat u uw dagen zult verlengen op de akker die Jhwh, uw God, u geven zal al de dagen.