Matteüs 11,25-30

25
In die tijd1 gaf Jezus als antwoord:
Ik prijs Uw naam, Vader, Heer van de hemel en de aarde2,
want U hebt deze dingen verborgen voor wijzen en geleerden3,
en U hebt ze geopenbaard aan kinderen4.
26
Ja, Vader, zo heeft het u behaagd5.
27
Want alles is aan Mij overgeleverd6 door mijn Vader,
en niemand kent de Zoon tenzij de Vader,
en iemand kan de Vader niet kennen anders dan de Zoon,
en aan wie de Zoon het wil openbaren.
28
Kom tot Mij,
allen die zwoegen en lasten dragen,
dan zal Ik jullie rust geven.
29
Jullie moeten mijn juk op je nemen
en van Mij leren
dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart
dan zullen jullie rust vinden voor je ziel.
30
Want mijn juk is zacht
en mijn last is licht.

Noten

  1. καιρός vaak aanduiding van een beslissende tijd: hier verwijst het naar de donderpreek uit Matteüs 11,20-24 waar Jezus Chorazin, Batsaïda en Kafarnaüm veroordeelt omdat zij niet tot inkeer komen (lees: de kant van Jezus kiezen).↩︎
  2. Vgl. 1 Koningen 8,27 de bouw van de tempel: God woont niet in de hemel of op aarde, maar regeert die.↩︎
  3. συνετός lett. samen gevoegd, ontwikkeld.↩︎
  4. νήπιος eenvoudig persoon, onvolwassen.↩︎
  5. lett. zo is het plezierig geworden voor u.↩︎
  6. παραδίδωμι overhandigd , maar ook: in de traditie overgeleverd als verhaal.↩︎
Scroll naar boven