Ezechiël 39,21-29
- Vierdag: 21-5-2023, 7e van Pasen
- Boek: Ezechiël
- Perikoop: Ezechiël 39,21-29
- Vertaler: Adri van der Wal
Vertaling
21
Ik geef mijn heerlijkheid (te kennen) onder de volken.
Alle volken zien mijn gericht
dat Ik voltrek
en mijn macht
die Ik hun doe voelen1 .
22
23
Dan weten de volken
dat zij, het volk4 van Israël, vanwege hun afvalligheid in ballingschap gingen,
omdat zij Mij ontrouw waren geweest.
Ik verborg mijn gelaat voor hen
en gaf Ik hen in de hand van hun onderdrukkers.
Ze vielen allen door het zwaard.
24
Overeenkomstig hun onreinheid en hun wandaden heb Ik met hen gedaan
en mijn gelaat voor hen verborgen.
25
26
Zij zullen hun schande en al hun ontrouw,
waarmee zij Mij ontrouw zijn geweest, hebben gedragen7,
wanneer zij (weer) veilig op hun grondgebied wonen,
door niemand opgeschrikt.
27
Als Ik hen uit de volken terugbreng
en hen bijeenbreng vanuit de landen van hun vijanden,
zal Ik daardoor de Heilige blijken voor de ogen van de vele volken.
28
Dan weten zij
dat Ik het ben, de Eeuwige, hun God,
die hen in ballingschap deed gaan onder8 de volken,
en nu Ik hen verzamel op hun grondgebied.
Geen van hen zal nog daar achterblijven.