Exodus 34,4-9

Vertaling

4
1,2 en3 .}Hij – Mozes – hakte4 twee stenen platen uit net zoals de eerste.
Mozes stond vroeg in de morgen op
en ging omhoog de berg Sinaï op
zoals JHWH hem geboden had.
Hij nam de stenen platen in zijn hand.
5
Toen daalde JHWH neer in de wolk
en ging daar bij hem staan.
Hij riep de naam5 JHWH uit.
6
Toen JHWH aan zijn aangezicht6 voorbijging
riep hij7 :
JHWH, JHWH, barmhartige en genadige god
wiens toorn niet snel ontbrandt
en uitermate solidair en trouw,
7
die solidair blijft met duizenden8 in een lezenswaardig artikel over die laatste tekst, waarin hij concludeert dat Gods toorn en zijn zorgzaamheid zich verhouden als 3 à 4 op de 1000.}
die schuld en overtreding en zonde wegneemt
en [die] zeker niet ongestraft laat
[maar] de schuld van de vaders9 vergeldt10 die argumenteert tégen het wegretoucheren van de toornige, ‘naijverige’ God door al-te-goed-bedoelende theologen die zeker weten ‘dat God zo niet is’.} aan de kinderen en de kleinkinderen
tot het derde en het vierde geslacht.
8
Toen haastte Mozes zich, om zich ter aarde te buigen
en hij knielde neer.
9
Hij zei:
Als ik toch genade heb gevonden in uw ogen, mijn heer
laat dan mijn heer in ons midden meegaan
want een halsstarrig volk is dit.
Vergeef onze schuld en onze zonde
en verwerf ons als erfdeel!

Noten

  1. Deze vertaling is zwaar schatplichtig aan de andere vertalingen op deze site, zoals die van {https://schriftlezing.nl/?who=7j9k1l92ANK5P0MUB6BL&go=6&ID=2597 Evert van den Berg↩︎
  2. https://schriftlezing.nl/?who=7j9k1l92ANK5P0MUB6BL&go=6&ID=1948 Wim Vroon↩︎
  3. https://schriftlezing.nl/?who=7j9k1l92ANK5P0MUB6BL&go=6&ID=575 Gert Landman↩︎
  4. Van dezelfde stam als de פסל, het ‘gesneden beeld’ dat je volgens de tekst die op die platen komt juist ~niet~ mag maken van de godheid (Ex. 20:4). Als Israël een ‘beeld’ vereert, dan zijn dat de Tien Woorden.↩︎
  5. Vaak ‘de naam ~van~’ maar ‘van’ is bij een constructus-verbinding slechts één van de opties; ‘de Naam JHWH’ bij Wim Vroon en Gert Landman op deze site, ook de Naardense Bijbel met “hij roept de naam ‘Ene’ uit”.↩︎
  6. על־פני hoeft zeker niet altijd met aangezicht vertaald te worden, maar hier juist wel, omdat juist in het vorige hoofdstuk duidelijk werd dat JHWH’s aangezicht niet gezien kan worden, maar Hij alleen van achteren gezien wordt (Ex. 33:1-23).↩︎
  7. Er is (bewust, denk ik) even onduidelijkheid, ~wie~ er nu gaat spreken, Mozes of JHWH. Het lijkt duidelijk dat JHWH hier zichzelf voorstelt, zie ook Mozes’ reactie in vs. 8.↩︎
  8. Misschien mag je hier in gedachten aanvullen ‘geslachten’, net zoals in Ex. 20:5-6. Zie bijv. {https://irp-cdn.multiscreensite.com/633c82eb/files/uploaded/2007-kinderenvanderekening.pdf. Piet van Veldhuizen↩︎
  9. Zou je hier ook niet inclusief moeten vertalen, ‘(voor)ouders’?↩︎
  10. פקד is ongeveer de moeilijkste Hebreeuwse wortel, zelfs de basisbetekenis is omstreden, vermoedelijk ‘onderzoeken, inspecteren’ (HALOT). Maar het kan dan nog alle kanten uit, net zoals in het Nederlands: bezoek kan een bezoeking zijn, en visite prettig maar visitatie helemaal niet. Hier kun je niet om de negatieve kant heen: de volgende generaties worden opgezadeld met de fouten van het voorgeslacht. ‘zuordnend’, Buber. In ~Met andere woorden~ verschenen diverse artikelen over deze kwestie, ik noem slechts de spannende bijdrage van {https://debijbel.nl/bericht/nbv21-hoe-vroom-moet-een-vertaling-zijn Dick Wursten↩︎
Scroll naar boven