Jesaja 51,9-11
- Vertaling: Kees van Duin
- voor 17 april 2022: Pasen (C-jaar)
- uit Jesaja: Jesaja 51,9-11
Vertaling: Cees van Duin
Noten
-
Deze naam en die in het volgende regels zijn ‘spelers’ (chaosmonsters) in oudoosterse scheppingsmythen. Oudtestamentische auteurs passen die namen wel toe op mogendheden en machthebbers van hun wereld. Zo wordt in Jes. 30,7 Egypte Ráhab genoemd. Ook in Ps 87,4 komt deze naam voor. Tanníen wordt door Ezechiël gebruikt als scheldnaam voor farao van Egypte (Ez 29,3; 32,2). Jeremia 51,34 vergelijkt Nebukadressar van Babel met Tanníen. In Ps 91,13 staat Tanníen voor de vijand van Israëls koning. Jam (Zee) staat in Job 3,8 (volgens een minderheidstekst) parallel aan Leviatan, een ander chaosmonster (Egypte?). Zie ook Job 7,12. Tehóm, in Genesis 1,2 vaak als oervloed vertaald, komt evenals Ráhab (Ps 40,5) en Tanníen (Genesis 1,21, Ps 74,13) ook in het meervoud voor. Vgl. Ráhab en de helpers ervan in Job 9,13.↩︎
-
zie het commentaar,תַּנִּֽין ook als eigen naam gebruikt↩︎
-
Tussen vers 10 en vers 11 zit een spatie. Vers 11 sluit niet naadloos aan op vers 9 en 10.↩︎