2 Koningen 8,1-6
- Vierdag: 13-11-2022, 9e van de herfst
- Boek: 2 Koningen
- Perikoop: 2 Koningen 8,1-6
- Vertaler: Marco Visser
Vertaling
1
2
De vrouw stond op
en deed naar het woord van de man Gods:
ze ging, zij en haar huis,
en verbleef als vreemdeling in het land van de Filistijnen,3
zeven jaar.
3
4
De koning nu sprak [juist] {Participium: ‘was aan het spreken’. Zie 2 Koningen 4:13, waar Elisa de vrouw voorstelt bij de koning voor haar voor te spreken, wat zij afwijst: ‘ik verblijf te midden van mijn volk’.
}met Gechazi,6
de jongen van de man Gods:
Vertél me toch7
alle grote dingen die Elisa gedaan heeft.
5
En het geschiedde, toen hij de koning vertelde
dat hij de dode had doen leven,
zie, daar schreeuwde{Wederom participium, ‘was aan het schreeuwen’. Lett. Zie, de vrouw wier zoon hij had doen leven: schreeuwend tot de koning.
} de vrouw wier zoon hij had doen leven, tot de koning
over haar huis en over haar veld.
Gechazi zei:
Mijn heer de koning,
dit is de vrouw en dit is haar zoon,
die Elisa heeft doen leven.
6
De koning vroeg de vrouw
en zij vertelde ’t hem.8
De koning gaf haar één hoveling mee:
Zorg dat al wat van haar is, bij haar terugkeert,
en alle opbrengsten van het veld,
vanaf de dag dat ze het land verliet tot nu.
Noten
- ~Qatal~, niet ~wajjiqtol~, hier waarschijnlijk om (voltooid verleden tijd) te vertellen wat vooraf ging. Wellicht om een verbinding te maken met het voorafgaande verhaal over Elisa en de belegering van Samaria (incl. hongersnood)?↩︎
- Hongersnood ook in 1 Koningen 17, 2 Koningen 4:38 en 6:25 (+ 7:4). De zeven ‘magere jaren’ (Genesis 41:54?) worden hier 3x genoemd; waarom deze nadruk?↩︎
- Zo ook Abraham (Genesis 21:34) en Isaäk (26:1)↩︎
- Lett. Ze trok erop uit om te schreeuwen (לִצְעֹ֣ק) tot de koning. צעק, ‘om hulp roepen, klagen, het uitschreeuwen’, vgl. 2 Kon. 4: 1, 40 e.v.a.p. Wie deze koning is, is onduidelijk en kennelijk voor de verteller ook niet van belang: hij heeft geen naam. Zijn rol blijkt te zijn: recht te spreken en te doen. (De situatie en de roep om recht doen denken aan Lucas 18: 1-8: de weduwe en de onrechtvaardige rechter.)↩︎
- De man, die in 2 Kon. 4 al slechts een bijrol had, is hier helemaal niet meer in beeld. De vrouw is nu helemaal de hoofdpersoon. Doet haar veld denken aan het veld van Naomi (Ruth 4:3)? Ook daar: uitwijken voor de hongersnood en terugkeer…↩︎
- Vreemd dat Gechazi weer op het toneel staat, na zijn afgang in 5:27.↩︎
- סַפְּרָה־נָּ֣א, verlengde imperatief.↩︎
- Opvallend is de veelheid en afwisseling van woorden van communiceren in deze perikoop: דבר, spreken (woord), קרא, roepen, צעק, schreeuwen, שׁאל, vragen, en ספר, vertellen.↩︎