Johannes 12,20-33
- Vertaling: Nico Riemersma
- voor 21 maart 2021: 5e van de 40 dagen (B-jaar)
- uit Johannes: Johannes 12,20-33
Wel een teken voor de Grieken
Deze lezing voor zondag Judica, 21 maart 2021, sluit aan op de lezing van vorige week: Johannes 6,1-15, waarin ook Filippus en Andreas, twee leerlingen van Jezus, optraden. Toen was het Pascha nabij (6,4), nu zijn we opnieuw niet ver van het Pascha (11,55; 12,1.12.20). De intocht van Jezus in Jeruzalem — om daar het Pascha te vieren (12,12-19) — is net achter de rug, als enkele Grieken die zich onder de menigte/pelgrims bevinden, naar twee leerlingen van Jezus komen met de wens om Jezus te zien. Een uitleg van Johannes 12,20-33 vindt u op [www.nicoriemersma.nl](http://www.nicoriemersma.nl)
Noten
-
ἰδεῖν (‘zien’) wordt door de NBV ten onrechte vertaald met ‘ontmoeten’. De tegenstelling ‘wij willen Jezus zien’ en ‘hij verborg zich voor hen’ komt daardoor te weinig tot uitdrukking.↩︎
-
ἔρχεται, λέγει, ἔρχεται, λέγουσιν, ἀποκρίνεται: allemaal historisch presens.↩︎
-
ψυχή wordt vaak vertaald met ‘leven’. ik heb hier vertaald met ‘ziel’, ook om de relatie met ‘ziel’ in v. 27 vast te houden. Het woord betekent zoiets als ‘levenskern’.↩︎
-
τετάρακται: liever nog vertaalde ik met ‘in heftige beroering geraakt’, maar dat is net iets te veel. Hetzelfde werkwoord τάρασσω komt voor in 5,3, waar een menigte zieken, blinden, verlamden en verschrompelden wachtten op de beroering van het water.↩︎
-
ἄρχων wordt dikwijls vertaald met ‘heerser’; omdat het woord ook voorkomt b.v. in relatie tot de farizeeën/joden (3,1) vertaal ik liever met ‘leider’.↩︎
-
σημαίνων: ik vertaal met ‘een teken gevend’ (SV: ‘betekenend’) om zo het element ‘teken’ te laten klinken dat aan het begin en aan het einde van 12,12-50 voorkomt: v. 18 (‘dit teken’), v. 37 (‘vele tekenen’).↩︎
-
ἤμελλεν: in 6,1-15 was ook twee keer sprake van ἤμελλεν (6,6.15), dat ik daar vertaalde met ‘hij was van plan’. Die betekenis heeft het woord hier volgens mij ook: het gaat om een door hem geplande dood.↩︎
-
De schriftlezing eindigt hier ten onrechte, de perikoop loopt nog door; er volgt nog een reactie van de menigte op Jezus’ uitspraak in 12,30-32, en een derde antwoord van Jezus. Die passage (12,34-36) kan met betrekking tot de wens van Grieken om Jezus te zien, niet gemist worden, omdat deze eindigt met de mededeling dat Jezus zich verborg. De Grieken krijgen Jezus dus niet te zien, maar ze krijgen wel een teken.↩︎