Jesaja 45,20-25

 


20
Verzamel je en kom samen dichterbij
[jullie]1 van de naties die ontkomen zijn
Zij zijn onwetend
zij die hun uit hout gesneden beeld dragen2
en bidden tot een god
die niet kan bevrijden.
21
Doe een melding uitgaan en laat [ze] dichterbij komen
laten ze zich ook samen beraden.
Wie heeft dit van oudsher doen horen
er sinds ooit melding van gemaakt?
Ben ik het niet, JHWH?
Er is geen god behalve ik.
Een rechtvaardige en bevrijdende god
is er niet buiten mij.
22
Wend je aangezicht naar mij en laat je bevrijden
jullie, alle uiteinden van de aarde
want ik ben god en niemand anders.
23
Bij mijzelf zweer ik:
er gaat rechtvaardigheid uit mijn mond
een woord dat niet terug zal keren:3
dat voor mij elke knie zal buigen
[bij mij] iedere tong zal zweren.
24
Alleen bij JHWH – zo zegt men van mij –
is er rechtvaardigheid4 en kracht
tot hem zal men komen, beschaamd
allen die laaiend zijn op hem.
25
In JHWH gerechtvaardigd zal zich beroemen
het gehele nageslacht van Israël.
 

Noten

  1. Door inspringen laat ik de cola zien waarin BHS de tekst indeelt.↩︎

  2. Vgl. de פשלים (gesneden beelden) uit de tien geboden.↩︎

  3. Ik volg hier evenals Buber de indeling in woordgroepen zoals BHS die geeft; het is ook mogelijk דבר met צדקה te verbinden. De constructie דבר ולא ישוב lijkt overigens weinig gebruikelijk, wat weer tegen mijn indeling zou pleiten.↩︎

  4. MT heeft meervoud, maar ‘rechtvaardige daden’ doet afbreuk aan de poëtische zeggingskracht.↩︎

Scroll naar boven