2 Koningen 4,42-44

 


42
Nu kwam er een man uit Baäl-Salisa
die bracht de godsman brood van de eerstelingen, twintig gerstebroden
en verse gepelde graankorrels1 in zijn knapzak.
Hij zei:
Geef [het] aan het volk
zodat ze kunnen eten.
43
Zijn dienaar zei:
Hoe kan ik dat aan honderd man voorzetten?
Hij zei:
Geef [het] aan het volk zodat ze kunnen eten.
Want zo zegt JHWH:
Eten en overhouden!2
44
Toen zette hij het hun voor
en zij aten en lieten [ervan] over
in overeenstemming met het woord van JHWH.
 

Noten

  1. In het Hebreeuws staat er iets als ‘karmelkoren’. Een zinspeling op de berg van die naam, waar de profeet zich in 2 Kon 2:25 en 4:25 bevonden had?↩︎

  2. Voor een oosterse gastheer is een maaltijd pas goed als er eten overblijft; dan is hij er zeker van dat zijn gasten het zich goed hebben laten smaken.↩︎

Scroll naar boven