Ezra 1,1-11
- Vierdag: 11-10-2020, 4e van de herfst
- Boek: Ezra
- Perikoop: Ezra 1,1-11
- Vertaler: Willem Pel
Vertaling
1
In het eerste jaar dat Cyrus koning van Perzië was,
– om het woord van JHWH uit de mond van Jeremia in vervulling te doen gaan –
wekte JHWH de geest van Cyrus, de koning van Perzië, op.
Hij liet een boodschap1 door heel zijn rijk heen gaan
en ook nog in geschrifte – met de volgende inhoud:
2
Zo spreekt Cyrus, de koning van Perzië
Alle koninkrijken op aarde heeft JHWH, de heer van de hemel,
aan mij ter beschikking gesteld
en hij zelf heeft mij opgedragen2 om voor hem een huis te bouwen in Jeruzalem
dat in Juda is gelegen.
3
Wie ook van jullie, uit al zijn volken,
– moge zijn god met hem zijn –
laat hij toch opgaan naar Jeruzalem dat in Juda is gelegen
en laat hij het huis gaan bouwen voor JHWH, de god van Israël,
hij die god is in Jeruzalem.
4
En ieder die overblijft van alle plaatsen waarin hij als vreemdeling verbleef,
laat hij de mannen van zijn plaats ondersteunen
met zilver en goud, uitrusting en vee
als een vrijwillige bijdrage aan het huis van de god in Jeruzalem.
5
De familie hoofden van Juda en Benjamin kwamen in actie
met de priesters en levieten, ieder wiens geest door god was opgewekt,
om op te gaan en te gaan bouwen aan het huis van JHWH in Jeruzalem.
6
En alle buren ondersteunden3 hen met voorwerpen van zilver en goud en met andere spullen,
met vee en kostbare geschenken, nog afgezien van vrijwillige bijdragen.
7
En koning Cyrus liet naar buiten brengen de voorwerpen uit huis van JHWH
die Nebukadnezar uit Jeruzalem had laten brengen
en in het huis van zijn goden had opgesteld.
8
En Cyrus, de koning van Perzië, liet ze door4 Mitredat, de schatbewaarder, naar buiten brengen
en hij telde ze uit ten overstaan van Sesbasar, de vorst over Juda.
9
En dit is het aantal daarvan:
30 gouden manden, 1000 zilveren manden en 29 wierrook vaten5 .
10
30 gouden bekers, 410 bekers van tweede gehalte zilver en een duizendtal andere voorwerpen.
11
Alle voorwerpen, gouden en zilveren, waren in totaal 5400 stuks.
Dat alles liet Sesbasar opgaan
met degenen die uit de ballingschap uit Babel naar Jeruzalem opgingen.
Noten
- Letterlijk: ~Stem~ Vergelijk Ex. 36,6↩︎
- Of wellicht ook : uitgekozen? Cf. Jer. 49, 19 en 50, 44↩︎
- Maakten hun handen zwaar -> overlaadden hen met↩︎
- Letterlijk: door de hand van Mitredat↩︎
- Betekenis van מַחֲלָפִ֖ים is dubieus. Andere Griekse versies hebben θυίσκη Schaal voor brandoffers. NB heeft ~offerschalen~ Zo ook NRSV met ~censers~ en Chouraqui met ~cuvettes~. Soms (NBG51, NBV en SV) vertaald met ~messen~., Buber ~Ersatzstücke~ (n.a.v. LLX παρηλλαγμένα)↩︎