Exodus 24,1-8
- Exegese: Eep Talstra
- van Exodus: Exodus 24,1-8
Een verbond met twee kanten.
Een verbond sluiten is een heel serieuze aangelegenheid. Daar past dan ook lijfelijke ervaring bij, in de vorm van rituelen
Met het lezen van hoofdstuk 24 zijn we na alle rechtsregels in Exodus 21-23 weer terug bij de situatie aan de voet van de berg Sinaï. Israël ontmoet JHWH. Dat begon in hoofdstuk 19, waar voor het eerst sprake was van het ‘verbond’ tussen JHWH en Israël. En ook daar al had het volk Israël beloofd: ‘alles wat JHWH heeft gezegd, zullen wij doen’. Dat was bijzonder, omdat alle instructies en opdrachten nog moesten komen. Vertrouwen ging kennelijk voor.
In hoofdstuk 24 klinken die woorden nu opnieuw. Het ‘verbond’ en ook de woorden van het volk: ‘Alles wat JHWH heeft gezegd, zullen wij doen’. Nu kunnen we lezen wat dat inhoudt. Het gaat om alles wat door God is gezegd in de tussenliggende hoofdstukken: de Tien Woorden die God liet klinken vanaf de berg en alle rechtsregels voor het maatschappelijke leven, die Mozes kreeg opgedragen in hoofdstuk 21 tot en met 23.
Hoofdstuk 24 begint nogal abrupt. Wie er spreekt staat er niet bij, al kan een lezer dat wel bedenken: