Exodus 20,18-26

 


JHWH zelf heeft de liturgie van de godsverschijning met donder en bliksem en bazuingeschal op de berg Sinaï (Ex. 19) abrupt onderbroken en toen zelf de Tien Woorden uitgesproken. Maar hierna zijn alle beeld en geluid weer in volle hevigheid terug. De kinderen van Israël stonden al te beven toen het begon, zegt 19:16, maar nu worden ze regelrecht bang en nemen afstand. ‘Mozes, jij moet met ons spreken. Niet God zelf, want dat gaan we niet overleven.’

Dat laatste heeft iets ironisch. Mag God niet spreken? God sprak immers net zelf. Hij liet de Tien Woorden horen. En dan toch zo van slag raken van donder en bliksem en een luide bazuin. Waarom eigenlijk?

18
Intussen ervoer het hele volk de donderslagen, de bliksemflitsen
en het geluid van de bazuin en de berg in rook gehuld.
Het volk werd bang.
Ze weken terug en gingen op afstand staan.
 
19
Ze zeiden tegen Mozes:
Jij bent degene die met ons moet spreken,
dan kunnen we naar jou luisteren.
Maar laat God niet met ons spreken, anders zullen we sterven.
 
20
Mozes zei tegen het volk:
Wees niet bang.
Want God is gekomen met de bedoeling om jullie te testen.
En met de bedoeling dat ontzag voor hem over jullie komt,
opdat jullie geen overtreding begaan.
 
21
Het volk bleef op afstand staan,
terwijl Mozes de duisternis binnenging waar God was.
 
22
JHWH zei tegen Mozes:
Het volgende moet je tegen de Israëlieten zeggen:
“Jullie zelf hebben ervaren dat ik vanuit de hemel met jullie heb gesproken.
 
23
Jullie moeten naast mij geen goden maken van zilver
en voor jezelf mogen jullie geen goden van goud maken.”
 
24
Een altaar van aarde moet je voor mij maken
en daarop je brandoffers, je gezamenlijke maaltijd-offers,
je schapen en je runderen slachten.
Op elke plek waar ik mijn naam publiek maak,
kom ik naar je toe en zal ik je zegenen.
 
25
En in het geval dat je een altaar van stenen voor mij maakt,
moet je niet bouwen met stenen die bewerkt zijn.
Wanneer je jouw beitel er over heen haalt,
dan maak je het altaar ongeschikt.
 
26
En je moet niet via treden mijn altaar beklimmen,
om te voorkomen dat bovenop je geslachtsdelen zichtbaar worden.”
 

Noten

  1. 1 Sam. 9:12 16:2↩︎

Scroll naar boven