Gebed

Vertaling

34
Welnu, lever ons omwille van uw naam niet voor altijd over
en verwerp uw verbond niet
35
en neem uw erbarming niet van ons weg
omwille van Abraham, de door u beminde
en omwille van Isaak, uw dienaar en van Israël1, uw heilige,
36
degenen tot wie u hebt gesproken, zeggende
‘Groot in aantal moet hun zaad worden
als de sterren van de hemel
en als het zand aan het strand van de zee.’
37
Want, Heer, wij zijn kleiner geworden dan alle volkeren
en wij zijn heden onderworpen op heel de aarde
wegens onze zonden,
38
en er is in deze tijd geen vorst en profeet en leider
noch brandoffer noch slachtoffer noch graanoffer, noch wierookoffer,
noch plaats om een vruchtoffer2 te brengen voor uw aanschijn
en erbarming te vinden;
39
maar mogen wij met een verpletterde ziel3
en een geest van onderworpenheid
aanvaard worden
zoals met brandoffers van rammen en stieren
en zoals met tienduizenden vette lammeren;
40
laat ons slachtoffer zo heden voor u zijn
en voltooi4 achter u,
want er zal geen schande zijn
voor hen die op u vertrouwd hebben.
41
Maar nu volgen wij met heel ons hart
en vrezen u en zoeken uw aanschijn,
maak ons niet te schande,
42
maar doe met ons overeenkomstig uw mildheid5
en overeenkomstig de overvloed van uw erbarming
43
en red ons overeenkomstig uw wonderbare werken
en geef glorie aan uw naam, Heer.
44
En mogen allen beschaamd worden6
die kwaad doen aan uw dienaren
en mogen zij te schande gemaakt worden door7 alle macht en heerschappij,
en moge hun kracht verpletterd worden;
45
laten zij weten dat u Heer de God alleen8 bent
en glorierijk in heel de wereld.

Noten

  1. De naam die Jakob gekregen had na zijn gevecht bij de Jabbok (Gen. 32,29).↩︎
  2. Contra Murre, Johan ~Lexicon Bijbels Grieks~, Vught, Skandalon, 2016(3) i.v. καρπόω: ‘brandoffer’, onder vermelding van deze plaats. Voor de vertaling ‘vruchtoffer brengen’ z. Montanari, Franco, ~The Brill Dictionary of Ancient Greek~, Leiden/Boston, Koninklijke Brill NV, 2015 en de NB (‘vruchten te brengen’). Het gaat hierbij om het offeren van de eerste vruchten (z. Ex. 23,16.19; 34,22.26; Lev. 2,14).↩︎
  3. Vgl. Ps. 51,19 (LXX: 50,19) vv.↩︎
  4. ~en voltooi achter u:~ De Griekse tekst van Theodotion is onduidelijk, evenals die van de Septuagint (‘en verzoen achter u’); waarschijnlijk is geen van beide correct overgeleverd. Verondersteld wordt dat bedoeld is: ‘en verzoen uw aanschijn’ [vgl. Gen. 31,21; Mal. 1,9; Zach. (7,2); 8,22], of: ‘en u (volledig) toegewijd zijn’ (vgl. NBV: ‘dat wij u onvoorwaardelijk volgen’ en WV(2012): ‘in volmaakte afhankelijkheid aan U.’). Of moet ὄπισθεν vertaald worden door ‘achter u aan’, d.w.z. ‘u volgend’, ‘volgens uw beleid’?↩︎
  5. Het woord ἐπιείκεια komt alleen in de apocriefe boeken en in Hand. 24,4 en 2Kor. 10,1 voor.↩︎
  6. Murre, ~Lex~, i.v. ἐντρέπω: ‘vrezen voor’, met alleen de vermelding van de gelijkluidende parallelplaats Oden 7,44. NB: ‘tot inkeer komen’.↩︎
  7. ~Door:~ Ook mogelijk is ‘zonder’, d.w.z. ‘beroofd van’; vgl. NBV, WV en NB.↩︎
  8. ~u Heer de God alleen:~ Ook mogelijk is: ‘u, Heer, alleen God’ of ‘u, Heer, de enige God’.↩︎
Scroll naar boven