Lucas 1,26-38
- Vierdag: 6-12-2015, 2e van de Advent
- Boek: Lucas
- Perikoop: Lucas 1,26-38
- Vertaler: Frans Wiersma
Vertaling
26
In de zesde maand nu1
werd de engel Gabriël
van Godswege gezonden
naar een stad in Galilea,
met de naam Nazareth
27
28
29
30
32
34
Maria zei tegen de engel:
Hoe zal dat zijn, aangezien ik geen man ken?
35
36
En zie! Elisabeth jouw verwante,
ook zij heeft een zoon ontvangen in haar ouderdom.
Dit is de zesde maand voor haar die:
onvruchtbaar werd genoemd.
37
Immers geen enkel woord zal krachteloos zijn bij God.
Noten
- tweeluik: na de annunciatie van Johannes nu die van Jezus↩︎
- parthenos = meisje en maagd; hier het laatste vanwege de Griekse verhaaltraditie waarbij Lukas aansluit. Het Hebr. Woord `alma — jong meisje door Aquila (plm.130CE) niet vertaald met parthenos, maar met neanis — jong meisje. Cf. Jes7:14 in LXX parthenos↩︎
- mnestuein — verloofd en niet gamein of gamizein — gehuwd. Twee stadia in het huwelijk: formele verklaring voor getuigen (cf. Mal2: 14) en de bruid naar het huis van de bruidegom brengen (cf. Mat25:1 — 13). In het eerste geval is de bruid in wezen als „de vrouw” van de man: gunè — Mat1:20, 24. Jozef en Maria bevinden zich tussen beide stadia. Voor uitvoerige bespreking: Brown, The Birth of the Messiah. Cf. Deut22: 23 — 29 en Hosea2: 21 — 22 Breukelman BTh II↩︎
- cf. ProtEvJac9: 2 Jozef als weduwnaar die al kinderen heeft↩︎
- Mirjam > geliefd door…↩︎
- Hanna, 1Sam1: 2 vv.↩︎
- vrouwen werden niet gegroet↩︎
- dietarachthè, sterk ontroerd↩︎
- overlegde, dielogizeto impf duratief↩︎
- lett: bij de God, nl. die ene: Deut.6:4↩︎
- lett.: ontvangen in je schoot, cf. vs.24 bij Elisabeth↩︎
- opdracht van de naam cf. vs. 13↩︎
- cf. 2Sam 7:9↩︎
- cf. 2Sam7:13; Ps. 89:29,30↩︎
- cf. Rom1: 3↩︎
- cf. 2Sam. 7:14; Ps. 2:7↩︎
- cf. 2Sam. 7:16↩︎
- cf. 2Sam. 7:13↩︎
- cf. Gal. 4:4; Filip. 2:6-11; Rom. 1:3 geen expliciet maagdelijke geboorte. Dogma onbevlekte ontvangenis 1854↩︎
- Luk. 3:22; cf. Rom. 1:4↩︎
- lett.: dienares van de Heer; doulè alleen hier en in 48↩︎
- cf. Latijn fiat mihi secundam verbum tuum: Maria geeft haar fiat (Deurloo)↩︎
- inclusio met vs. 28↩︎