Hooglied 4,16-16

Vertaling

16
[zij:]1
Word wakker, noordenwind en kom, zuidenwind,
doorwaai mijn tuin, [dan] zullen zijn2 balsems stromen;
mijn liefste zal komen naar zijn tuin
en hij zal zijn heerlijke3 vruchten eten4 .

Noten

  1. Om de verschillende stemmen te onderscheiden is er voor gekozen die aan te geven met behulp van tussenkopjes, waarbij drie `personages´ worden onderscheiden: het meisje (zij), de jongen (hij) en een derde partij, die als koor wordt aangeduid.↩︎
  2. ~zijn~: t.w. van de tuin.↩︎
  3. ~heerlijke~: Hebr. ~megadaw~, `keur´, `uitgelezenheid´, niet `zoet´ (NBV).↩︎
  4. ~eten~: Hebr. ~achal~, niet `proeven´ (NBV).↩︎
Scroll naar boven