Prediker 3,1-13
- Vertaling: Societas Hebraica Amstelodamensis
- voor 11 maart 2015: Biddag (B-jaar)
- uit Prediker: Prediker 3,1-13
Tijden-lied
1
Voor1 alles is een bepaalde tijd
en een tijd voor elke aangelegenheid onder de hemel:
een tijd voor baren en een tijd voor sterven,
een tijd voor planten
en een tijd voor ontwortelen van wat geplant is,
3
een tijd voor doodslaan en een tijd voor genezen,
een tijd voor breken en een tijd voor bouwen,
4
een tijd voor wenen en een tijd voor lachen,
een tijd van weeklagen en een tijd van dansen,
5
een tijd voor wegwerpen2 van stenen
en een tijd van verzamelen van stenen,
een tijd voor omarmen
en een tijd voor verre blijven van omarming,
6
een tijd voor zoeken en een tijd voor verliezen,
een tijd voor bewaren en een tijd voor wegwerpen,
7
een tijd voor kapotscheuren en een tijd voor dichtnaaien,
een tijd voor zwijgen en een tijd voor spreken,
8
een tijd voor liefhebben en een tijd voor haten,
een tijd van oorlog en een tijd van vrede.
9
Wat is de winst van de werker
terwijl hij zwoegt?
10
Ik heb de bezigheid gezien
die God aan de mensen geeft om daarmee bezig te zijn.
11
Alles heeft hij gemaakt — mooi3, op zijn tijd,
ook de eeuwigheid geeft hij in hun hart zonder dat de mens
het werk dat God heeft verricht
van begin tot eind kan begrijpen.
12
Ik weet: er is niets beter daarbij
dan zich verheugen
en goed doen in zijn leven.
13
En ook ieder mens die eet en drinkt
en het goede geniet bij al zijn gezwoeg:
dat is een gave van God.
Noten
-
Vertaling: Societas Hebraica Amstelodamensis, uitg. Nederlands Bijbelgenootschap / Katholieke Bijbelstichting / Societas Hebraica Amstelodamensis, 2008.↩︎
-
Door “Er is een tijd om te ontvlammen / en een tijd om te verkillen,” te vertalen, dwingen de NBV-vertalers de lezer al te zeer hun eigen eenzijdige, seksuele interpretatie van de tekst te volgen. De letterlijke vertaling staat open voor meer interpretaties.↩︎
-
Hebr.: jafe. Niet: “goed” (NBV); vgl. nog 5:17↩︎