Lucas 2,1-20
- Vierdag: 24-12-2014, Kerstnacht
- Boek: Lucas
- Perikoop: Lucas 2,1-20
- Vertaler: Frans Wiersma
Vertaling
1
3
Allen gingen uit om ingeschreven te worden, ieder naar zijn eigen stad.
4
5
om ingeschreven te worden met Maria
de vrouw met wie hij getrouwd11 is; zij is zwanger.
6
7
de eerstgeborene16
en zij wikkelde hem in doeken{In 1223 kreeg Franciscus van Assisi toestemming van de Paus om tijdens kerstnacht de mis buiten in de natuur te vieren.
Bij het klooster in Greccio is een grot die Franciscus deed denken aan de Geboortegrot in Bethlehem, waar hij was geweest en in deze grot maakte hij een kerststal en vierde daar de mis}
en legde hem neer in een kribbe17,
want zij hadden geen verblijfplaats in het gastenverblijf18 .
8
Herders waren er in die streek19, die buiten zaten
en de nachtwacht waakten over hun kudde.
9
10
12
Dit zal voor jullie het teken zijn:
jullie zullen een kindje vinden,
in doeken gewikkeld en liggend in een kribbe’
13
Plotseling geschiedde mét de bode
een menigte van de hemelse heerscharen,
die God loven en zeggen:
15
16
17
18
en allen die het horen verwonderden zich over
wat tot hen is gesproken door de herders.
20
De herders gingen terug,
terwijl zij God verheerlijkten en loofden36
vanwege alles wat zij hebben gehoord en gezien,
zoals tegen hen gesproken is.
Noten
- geschiedde: wa jehi, cf. vss. 6 en 15: het woord gaat geschieden, dus de drieslag in dit verhaal niet wegvertalen↩︎
- dogma, ook bevel↩︎
- Octavianus 63 BCE – 14 CE; het woord geschiedt binnen de wereldgeschiedenis↩︎
- oecumene↩︎
- apografein i.d.z.v. Lat. Census↩︎
- cf. noot Willibrordvertaling bij Lk2: 2: ‘duurde’ van 7 vóór tot 7 na Christus, cf. Hand 5: 37↩︎
- Publius Sulpicius Quirinius, landvoogd in 6 CE sterft 12 BCE, daarom kiest WBV voor ‘had voor het eerst plaats toen Q landvoogd was’↩︎
- Jozef cf. 1: 27; anabainein: opgaan m.n. naar Jeruzalem↩︎
- cf. 1: 26↩︎
- Sinaïticus: omdat beiden – waren↩︎
- mnèsteuoo: ten huwelijk vragen, naar de hand dingen, verloofd, uithuwelijken, ten huwelijk gegeven worden in Mat.1: 18, Lk1: 27 en 2: 5↩︎
- cf. Lk. 1: 57↩︎
- Ps.90: 12↩︎
- tiktein – cf. 1: 31↩︎
- Gal.4: 4↩︎
- cf. Ex.13: 2↩︎
- fatnè – Lk.2: 7, 12, 16 en 13: 15. LXX o.a. Jes.1: 3 en daar komen de os en de ezel, choor wechamoor (schorriemorrie) vandaan↩︎
- kataluma: herberg, gastenverblijf, maar ook gewoon: kamer: Mk.14: 14 en Lk. 22: 11; cf. pandocheion alleen in 10: 34: herberg. Vulg. diversorium. De stal komt bij Just. Mart. Plm. 150) Protoevangelie van Jacobus (midden 2de eeuw) noemt in 18: 1 de grot. Het kan gewoon in een privéhuis zijn geweest cf. 2Kon.4: 8 – 10; of in een kamer cf. Lk.22:11; een karavanserai↩︎
- choorè: open veld↩︎
- efistèmi – typisch Lk-woord: 18 van 21↩︎
- fobeisthai fobon megan – is iets anders dan schrikken of bang zijn (NBV): ‘huiver voor de Eeuwige’ In de Bijbel komt ‘Vrees niet’ 365 maal voor (Deurloo)↩︎
- typisch Lk.10 uit 11↩︎
- qol ha-‘ama = allen↩︎
- cf. Lk.1: 47↩︎
- christos kyrios: zonder lidwoorden alleen hier in NT; de gezalfde Heer of Christus de Heer↩︎
- doxa↩︎
- eudokia: oudste en beste mss of eudokias – cf. Vulg: homines bonae voluntatis: goede wil; cf. Fil.2: 13 en Ps.51: 20. Niet ‘alle’ zoals NBV↩︎
- dierchestai: bij Lk/Hand. 3 x zoveel als in de rest NT↩︎
- rèma – dabar; cf. vss. 17, 18. Het WOORD is geschied (15),bekend gemaakt en gesproken (17) bewaard (18) gehoord (20) en gesproken (20). Dus niet: ‘met eigen ogen zien wat er gebeurd is’ NBV, zij (vs. 20) ‘hebben gehoord en gezien, zoals tegen hen gesproken is’: het woord↩︎
- speudoo: spoeden, zich haasten Hand.20: 16, 22: 18; part. speusas: haastig snel, Lk.2: 16, 19: 5 en 6; trans. Iets bespoedigen, 2Pt3: 12↩︎
- aneuriskein alleen hier en in Hand. 21: 4, vinden, aantreffen↩︎
- brefos: pasgeboren kind, vrucht van de moederschoot↩︎
- pais: kind, zoon, knecht, dienaar↩︎
- Deurloo in ‘OLV baart een zoon’: Maria is bij Lukas de gestalte bij uitnemendheid van het ‘Hoor Israël’ (Dt.6: 4). Om geen andere reden dan deze prijzen alle geslachten haar gelukkig (1:48)↩︎
- cf. Lk.2: 51; cf. Gen.37: 11↩︎
- cf. LXX Dan.3: 26,55↩︎