Hebreeën 5,1-10
- Vierdag: 22-3-2015, 5e van de 40 dagen
- Boek: Hebreeën
- Perikoop: Hebreeën 5,1-10
- Vertaler: Kees Meijer
Vertaling
1
Want elke hogepriester,
genomen uit de mensen,
wordt aangesteld ten bate van de mensen,
in de zaken verbonden aan God,
opdat hij gaven en offers brengt voor de zonden,
2
hij kan omzichtig omgaan met onwetenden en dwalenden,
omdat ook hij met zwakheid is omvangen,
3
4
En niet voor zichzelf neemt iemand deze eer,
maar men wordt geroepen door God,
zoals ook Aäron.
5
Zo heeft ook Christus zichzelf niet de eer toegekend
hogepriester te worden,
maar hij die tot hem gesproken heeft:
Mijn zoon ben je, ik heb je heden verwekt2 ;
6
zoals hij ook op een andere plaats zegt:
jij bent priester in eeuwigheid naar de ordening van Melchisedek3 ;
7
hij heeft in de dagen van zijn vlees
gebeden en smekingen
-onder krachtig geschreeuw en in tranen-
geofferd aan hem die bij machte was
hem te redden uit de dood
en hij is verhoord vanwege zijn vreze4,
8
hoewel hij de zoon was,
heeft hij gehoorzaamheid geleerd
uit hetgeen hij geleden heeft,
9
en toen hij het einde bereikt had,
is hij
voor allen die hem gehoorzamen
een bron van eeuwig heil geworden,
10
door God aangesproken
als hogepriester
naar de ordening van Melchisedek.