Wijsheid van Jezus Sirach 44,19-23

 


Vertaling: Panc Beentjes

19
Abraham, vader van een menigte volken1
zette geen smet op zijn eer.
20
Hij bewaarde het gebod van de Allerhoogste
en ging een verbond met hem aan.
In zijn vlees sneed hij voor zichzelf een verplichting
en in zijn beproeving werd hij trouw bevonden.2
21
Daarom deed hij hem een eed gestand:
in zijn zaad de volken te zegenen3
hen een erfdeel te zullen geven van zee tot zee
en van de Rivier4 tot aan de einden der aarde.5
22
Ook aan Izaak deed hij hetzelfde6 gestand
omwille van Abraham, zijn vader.
Het verbond met alle vorigen schonk hij hem
23
en de zegen rustte op het hoofd van Israël.7
Hij verstevigde hem met een zegen8
en gaf hem zijn erfdeel
en bestemde die voor de stammen
tot eigendom voor de twaalf.9
 

Noten

  1. Gen. 17:4-5.↩︎

  2. De Griekse tekst van deze regel is identiek met 1Makk. 2:52.↩︎

  3. De Griekse tekst heeft hier een plus van twee cola:

    `dat Hij hen zou vermenigvuldigen als het stof der aarde

    en zijn zaad verhogen als de sterren´.↩︎

  4. te weten: de Eufraat.↩︎

  5. Ps. 72:8; Zach. 9:10↩︎

  6. Hebreeuws heeft hier bn (`zoon´), maar de marge geeft kn (`zo´). Verwisseling van beth en kaph behoort tot de klassieke kopieerfouten.↩︎

  7. Grieks: De zegen voor alle mensen en het verbond liet hij rusten op het hoofd van Jakob´.↩︎

  8. De lezing in de marge geeft: `Hij verleende hem de titel „eerstgeborene´.↩︎

  9. Literatuur:

    — P.C. Beentjes, `Ben Sira 44:19-23 — The Patriarchs: Text. Tradition, Theology´, in: G.G, Xeravits & J. Zsengeller (eds.), Studies in the Book of Ben Sira (JSJSupplements 127), Leiden 2008, 209-228.

    — B.C. Gregory, `Abraham as the Jewish Ideal: Exegetical Traditions in Sirach 44:19-21´, CBQ 70 (2008), 66-81.↩︎

Scroll naar boven