Jona 2,1-10
- Vierdag: 10-8-2014, 8e van de zomer
- Boek: Jona
- Perikoop: Jona 2,1-10
- Vertaler: Karel Deurloo
Vertaling
1
Jona bad tot JHWH, zijn god, uit het ingewand van de vis en zei:
2
Ik riep uit benauwdheid voor mij
tot JHWH en hij antwoordde mij.
Uit de schoot van de dood smeekte ik.
Gij hebt mijn stem gehoord.
3
Gij slingerde mij in de kolk
in het hart van de ziedende zee1
een stroom had mij omgeven.
Al uw baren en uw golven
over mij gingen ze heen.
4
Ik echter zei: Al ben ik verdreven
weg uit de plek voor uw ogen
toch blijft mijn blik gericht
op uw heilige tempel.
5
Mij omvingen wateren, verstikkend
de oervloed had mij omgeven.
Wier was gewonden om mijn hoofd
[het riet van de zee.]2
6
Naar de tenen der bergen was ik afgedaald.
De aarde, haar grendels dicht over mij voorgoed.
Gij haalde mijn leven omhoog
uit de groeve, JHWH, mijn God.
7
Toen in mij mijn ziel bezweek
was ik u, JHWH, gedachtig
toen kwam tot u mijn gebed
naar uw heilige tempel,
8
Wie zich houden aan ijle idolen
laten varen de trouw voor zichzelf
9
maar ik, met luide dank
zal ik slachtoffers brengen aan u.
Geloften, door mij gedaan, los ik in.=
De bevrijding is van de JHWH.
10
JHWH sprak tot de vis en die spuwde Jona uit op het droge.