Jesaja 7,10-17
- Vierdag: 22-12-2013, 4e van de Advent
- Boek: Jesaja
- Perikoop: Jesaja 7,10-17
- Vertaler: Karel Deurloo
Vertaling
10
JHWH sprak verder tot Achaz [via Jesaja] :
11
12
Maar Achaz zei:
Ik wil het niet vragen
ik wil JHWH niet op de proef stellen.
13
Hij zei:
Horen jullie toch, huis van David!
Is het voor jullie nog niet genoeg om mensen te vermoeien2
dat je ook nog mijn God wilt vermoeien?
14
15
Boter en honing zal hij eten8
voordat hij de kennis heeft
om het kwade te verwerpen en het goede te kiezen.
16
Zeker, voordat de jongen de kennis heeft
om het kwade te verwerpen en het goede te kiezen
zal de akkergrond verlaten zijn
waar jij gruwt voor die twee koningen9 ervan.
Noten
- D.W.z. waar en hoe je maar wilt.↩︎
- Zodat zij te vermoeid zijn om iets te doen, vgl. bijv. Jes. 16,12.↩︎
- Onze vaste vertaling voor ~adonaj~.↩︎
- ~De~ of ~een~. Omdat het staat in de context van het Huis van David, (een gegeven waarvan ook Mat. 1,20 gebruik maakt) gekozen voor ~de~.↩︎
- ~alma~ (9x) vgl. bijv. Spr. 30,19; Ex. 2,8. Jonge vrouw vóór de geboorte van haar eerste kind. Ook ~parthenos~ kan dat betekenen.↩︎
- Of ~jij~ (Septuagint) of ~men~, vgl. Mat. 1,23.↩︎
- “Met ons is [de Opper-] God”; een kwestieuze, ev. claimende naam, maar dubbelzinnig, vgl. Jes. 8,8.10. (vgl. Jes. 5,16: ~El~ geclaimed door JHWH). Volgens Mat.1,23 mag maar één kind zo heten.↩︎
- D.w.z. overvloed (vgl. Ex. 3,6), die hier dubbelzinnig uitpakt, vgl Jes. 7,21-25.↩︎
- Pekah en Rezin, vgl. Jes. 7,1; 2 Kon. 16,5.↩︎
- Zie 1 Kon 16.↩︎
- Zie Jes. 8,5-8.↩︎