1 Petrus 5,1-11
- Vierdag: 29-5-2014, Hemelvaart
- Boek: 1 Petrus
- Perikoop: 1 Petrus 5,1-11
- Vertaler: Frans Wiersma
Vertaling
1
2
3
4
5
6
Verneder je dan onder Gods sterke hand,
opdat hij jullie op zijn tijd21 zal verheffen
8
9
10
11
Hem is de kracht, in eeuwigheid. Amen.
Noten
- Ex. 12:12 etc. en 1QWS6:8↩︎
- παρακαλέω = erbij roepen, troosten (Parakleet) bemoedigen en te hulp roepen, vermanen↩︎
- zie voor inleiding 1Pt1 ACEPT5, 156vv↩︎
- lett: bij jullie, d.w.z. de kudden staat niet onder jullie↩︎
- ἀναγκαστῶς, hapax↩︎
- ἑκουσίως vrijwillig, opzettelijk, uit vrije beweging, alleen hier en in Heb. 10:26↩︎
- αἰσχροκερδῶς winstbejag, hapax↩︎
- προθύμως vrijwillig, hapax↩︎
- κατακυριεύω (over)heersen(over), overmeesteren, Mat. 20:25, Mar. 10:42, Hand. 19:16, hl↩︎
- κλῆρος lot, aandeel of erfdeel; alleen hier: aan iemand toevertrouwd↩︎
- τύπος type, model, voorbeeld↩︎
- cf. 1Pet. 2:25 Jezus Christus↩︎
- ἀμαράντινος, hapax↩︎
- κομίζω (weg)dragen, (terug)brengen↩︎
- cf. Hand. 5:9, aparte groep?↩︎
- ὑποτάσσω zich onderwerpen, schikken↩︎
- ταπεινοφροσύνη nederigheid, bescheidenheid, ootmoed Hand. 20:19, Ef. 4:2, Fil. 2:3, Kol. 2:18,23, 3:12, hl↩︎
- ὑπερήφανος hoogmoedig, trots, arrogant Luc. 1:51 (Magnificat), Rom. 1:30, 2Tim. 3:2, Jak. 4:6, hl↩︎
- ταπεινός nederig, vertrapt Luc. 1:52 o.a.↩︎
- Spr. 3:34↩︎
- ἐν καιρῷ↩︎
- ἐπιῤῥίπτω werpen: Luc. 19:35, hl↩︎
- μέλω ter harte gaan, bekommeren om alleen met onpersoonlijk het of iets↩︎
- Ps. 55:23↩︎
- νήφω nuchter, wakker, o.a. 1Pet. 1:13, 1Pet. 4:7, hl↩︎
- ἀντίδικος tegenpartij in het gerecht, Mat. 5:25, Luc. 12:58, 18:3; tegenstander hl↩︎
- Ps. 22:14↩︎
- καταπίνω opslokken, verzwelgen↩︎
- στερεός vast, hecht↩︎
- Cf. 1Pet. 2:17 medechristenen in de gemeenten van Klein-Azië↩︎
- ἐπιτελέω volbrengen, voleindigen, hl. voltrekken↩︎
- καταρτίζω helpen, terecht helpen, voltooien toerusten, sterken↩︎
- στηρίζω sterken, standvastig maken↩︎
- σθενόω versterken, sterk maken in de strijd, hapax↩︎
- θεμελιόω gronden, grondvesten, standvastig maken: grond onder de voeten geven, een fundament om op te staan, Ef. 3:17, Kol. 1:23, hl↩︎