Titus 2,11-14
- Vierdag: 24-12-2012, Kerstnacht
- Boek: Titus
- Perikoop: Titus 2,11-14
- Vertaler: Frans Wiersma
Vertaling
11
Verschenen is immers Gods genade1
redding voor alle mensen;
12
13
Noten
- charis in LXX voor Hebr. cheen, chèsèd, gedoela, razoon, tov, rachamim↩︎
- lett: kosmische; cf. Hebr9:1: een heiligdom voor deze wereld↩︎
- arneomai: weigeren, afwijzen, loochenen↩︎
- soofroonoos: verstandig, bezonnen↩︎
- elementen die betrekking hebben op de mens zelf, op de medemens en op God↩︎
- aion↩︎
- prosdechomai op- afwachten, opnemen, ontvangen, verdragen, dulden afwachten↩︎
- elpis- dat wat gehoopt wordt↩︎
- epifanie, seculier gebruikt voor officieel bezoek van koning of keizer, als geboorte van een godheid afkomstig uit Egypte, het feest van Epifanie. LXX voor Hebr. yara: vrezen, dus vreeswekkend, ontzagwekkend↩︎
- Zie Ps. 130:8. Chouraqui: ‘non-tora’. In LXX o.a. voor Hebr. zowel awoon als chatta, bewuste en onbewuste zonde↩︎
- periousios: rijk, vermogend, uitverkoren, eigen: kostbaar – LXX laos periousis in Ex. 19:5 en Dt7:6. Alleen hier in NT als eigendom↩︎