Lazarus
- Vierdag: 29-9-2013, 2e van de herfst
- Boek: Lucas
- Perikoop: Lucas 16,19-31
- Vertaler: Frans Wiersma
Vertaling
19
21
22
23
24
25
26
28
30
Noten
- niet: er was eens zo bv. NBV en Oosterhuis/vanHeusden, dan wordt het een sprookje, cf. Deurloo/ter Linde t.a.p. Deze mens is naamloos, “hij mag geen naam hebben”, i.t.t. app. crit. Onomati Neuès = van Ninevé? Het geheel kan een bewerking zijn van een Egyptisch verhaal↩︎
- impf. durativum↩︎
- koninklijk↩︎
- lamproos = schitterend over manier van leven; komt alleen hier voor↩︎
- eufrainoo = vrolijk, blij zijn↩︎
- geen bedelaar zoals SV, NBV e.a. gaat juist om de puntige tegenstelling: rijk vs. arm. Cf. Deut15:7↩︎
- God helpt, – de enige plaats waar Jezus iemand een naam geeft. Cf. Gen15:2 en Ex6:24↩︎
- plusq.pf ballein = werpen↩︎
- “Waar bevindt zich de messias? Voor de poorten van Rome te midden van melaatsen. Wanneer komt de messias? (Ps95:7b) “Heden zo gij zijn stem hoort, wilt uw hart niet verharden” zo in bTalmud Sanhedrin 98a↩︎
- elkow = doen zweren < elkos = zweer alleen hl en Apoc.16:2,11↩︎
- piptontoon , cf. app.crit.: toon psichioon = de kruimels vanuit Mat15:27↩︎
- alle kai > ook dat nog↩︎
- Cf. Henoch Gen5:24, Mozes Deut34:6 en Elia 2Kon2:1,16↩︎
- cf. Joh13:23↩︎
- cf. Mat8:11. Cf. ook Gen24:2-4 de knecht Eleazar(wiens naam hier niet wordt genoemd) legt zijn hand op de “heup” van Abraham↩︎
- Hebr. Sjeool↩︎
- basanos = toetssteen > (gerechtelijk) onderzoek > foltering > pijn; Luk16:23, 28 Mat4:24↩︎
- ineens kent hij Lazarus dus wel↩︎
- cf. Ps106:18↩︎
- ook de naamloze rijke is een zoon van Abraham en zo antwoordt hij ook tot driemaal toe met vader, 24, 27, 30. Cf. Luk15:31↩︎
- apolambanoo = goederen ontvange↩︎
- parakaleoo = erbij roepen [cf. advocatus, de Parakleet is de Trooster, maar ook degene die bijstand verleent], nodigen, te hulp roepen [LXX voor qara], troosten [LXX voor nacham]↩︎
- praesens!↩︎
- chasma (alleen hier) < chainoo = gapen, opensplijten (niet in Bijbel) LXX: pachath, groeve alleen in 2Sam18:17 – het graf van Absalom↩︎
- perf.pass. dus permanent; letterlijk: vaststaan cf. Luk9:51, 22:32↩︎
- let op de richting↩︎
- diabainoo, “rijmt” op oversteken↩︎
- diaperaoo “rijmt” weer op diamarturetai↩︎
- erootaoo = vragen, verzoeken, bidden nodigen↩︎
- Beth ab – cf. Luk15:6, 8, 25↩︎
- de arme voor zijn poort heeft hij niet als broeder gezien↩︎
- diamarturomai = dringend betuigen, ernstig waarschuwen↩︎
- praesens!↩︎
- cf. Luk9:30, 16:16, 24:25,27,44↩︎
- poreuomai, cf. app.crit. egerthè en anastè, zoals in vs.31↩︎
- metanoeoo= anders nadenken > tot inkeer, berouw komen, van denkwijze veranderen. LXX: zowel nacham – spijt krijgen, als sjoev – omkeren↩︎
- dat wordt door Johannes nader uitgewerkt in Joh11↩︎
- anistèmi, cf. app.crit. egerthè en avasttè kai apelthè pros autous. Cf. Luk24:6↩︎
- peisthèsontai < peithoo = overtuigen, ompraten, luisteren↩︎