Deuteronomium 24,17-22
- Vierdag: 1-9-2013, 11e van de zomer
- Boek: Deuteronomium
- Perikoop: Deuteronomium 24,17-22
- Vertaler: Johannes Willem Mazurel
Vertaling
17
Je zult het recht van een allochtoon [en] van een wees niet schenden
en je zult niet een kledingstuk van een weduwe als onderpand nemen.
18
Gedenken zul je dat je dienstknecht was in Egypte
en JHWH jouw god je daarvan heeft losgekocht.
Daarom gebied ik je om dit woord te doen.
19
Wanneer je de oogst op je veld binnenhaalt
en je vergeet een schoof op het veld,
zul je niet terugkeren om die te nemen:
voor de allochtoon, de wees en de weduwe zal die zijn,
opdat JHWH jouw god je zal zegenen bij alles wat je handen doen.
20
Wanneer je je olijfboom afslaat,
zul je [de twijgen] achter je niet nazoeken:
voor de allochtoon, de wees en de weduwe zal het zijn.
21
Wanneer je je wijngaard afleest,
zul je [de druiven] achter je niet nalezen:
voor de allochtoon, de wees en de weduwe zal het zijn.
22
Gedenken zul je dat je dienstknecht was in het land Egypte.
Daarom gebied ik je om dit woord te doen.