2 Samuël 16,5-13
- Vierdag: 29-3-2013, Goede Vrijdag
- Boek: 2 Samuël
- Perikoop: 2 Samuël 16,5-13
- Vertaler: Joep Dubbink
Vertaling
5
Toen koning David bij Bachurim gekomen was
zie, vandaar kwam een man
uit de familie van het huis van Saul
zijn naam was Simi, de zoon van Gera.
Hij kwam naar buiten zetten, al vloekend,
6
en hij gooide met stenen naar David
en naar alle knechten van koning David
hoewel heel het volk en alle strijders links en rechts van hem liepen.
7
8
9
Abisai de zoon van Seruja zei tot de koning:
Waarom mag deze dode hond mijn heer de koning vervloeken?
Laat mij toch oversteken en zijn hoofd van z’n romp slaan!
10
Maar de koning zei:
Wat heb ik met jullie van doen, zonen4 van Seruja?
Ja, laat hem vervloeken;
als JHWH tot hem heeft gezegd: ‘vervloek David’
wie zal dan zeggen: ‘waarom doe je zo?’
11
En David zei tot Abisai en tot al zijn knechten:
Zie, mijn [eigen] zoon, die uit mijn lijf is voortgekomen
staat mij naar het leven5
hoeveel te meer nu deze Benjaminiet.
Laat hem met rust
laat hij vervloeken,
want JHWH heeft hem [dat] gezegd.
12
Misschien ziet JHWH dan op mijn ellende
en doet JHWH op mij terugkeren het goede in plaats van zijn vloek
op deze dag.
13
En David ging met zijn mannen over de weg
terwijl Simi langs de helling van de berg aan de overkant ging;
hij vloekte en gooide met stenen van de overkant
en hij liet stof opstuiven.
Noten
- Vanwege het meervoud kies ik voor bloedvergieten. NBV ‘moordenaar’ laat het bloed onvertaald, dan liever WV ‘bloedhond’.↩︎
- Hoewel David een hogergeplaatste is laat ik Simi hem tutoyeren; een beleefdheidsvorm past niet bij de taal die hij uit.↩︎
- In het Hebreeuws kan רעה makkelijker dan in het Nederlandse ook de gevolgen van een kwade handeling betekenen, vandaar de toevoeging. Let overigens op de fraaie compositie van deze vloekrede, die draait om drie keer ‘bloed’.↩︎
- Het meervoud ‘zonen’ lijkt vreemd, behalve wanneer de lezer weet dat de impulsiviteit van de zonen van Seruja, Joab en Abisai, een voortdurend thema is: 2 Sam. 19:21-22 is een spiegelbeeld van deze verzen, maar het speelt al eerder. In 1 Sam. 26:8v moet David verhinderen dat Abisai Saul doodt. 2 Sam. 2:18-32 en 3:22-39 vertellen over hun broer Asaël, die in conflict raakt met Abner en door deze gedood wordt, waarna Joab wraak neemt tegen de wens van David in. Het thema lijkt, dat de zonen van Seruja de ‘geweldsoptie’ vertegenwoordigen die vaak door David wordt tegengegaan maar niet altijd is hij daartoe in staat, en soms gebiedt de raison d’état deze vorm van ingrijpen, zoals Joab later tegen Absalom.↩︎
- Lett. ‘zoekt mijn ziel’, maar m.i. is dat tale Kanaäns en ook voor geoefende bijbellezers nauwelijks meer te verteren; ‘zoekt mijn leven’ is niet veel beter.↩︎