De grootste moet de minste (durven) zijn.
- Vierdag: 23-9-2012, 1e van de herfst
- Boek: Marcus
- Perikoop: Marcus 9,30-37
- Vertaler: Kees Meijer
Vertaling
30
En vandaar gingen zij weg1, en reisden zij Galilea rond
en hij heeft niet gewild
dat iemand het zou weten,
31
32
Zij begrepen dit woord niet, maar vreesden hem ernaar te vragen.
33
Ze kwamen aan in Kapernaüm.
In huis gekomen vroeg hij hen:
Waarover waren jullie onderweg in gesprek5 ?
34
35
Hij ging zitten7
en riep de twaalf en zei tegen hen:
Als iemand de eerste wil zijn,
die zal van allen de laatste zijn
en van allen de dienaar.
36
En hij nam een kind,
liet het staan in hun midden,
omarmde het
en zei tegen hen:
37
Wie één van deze kinderen ontvangt
met een beroep op mijn naam,
ontvangt mij;
wie mij ontvangt,
ontvangt niet mij, maar hem die mij gezonden heeft.