deel krijgen aan het koningschap van God

Vertaling

1
En er was een mens uit de farizeeën,
wiens naam was Nikodemus,
een overste der Joden;
2
deze kwam ‘snachts tot hem:
en sprak hem aan:1
Rabbi, wij weten
dat gij een van God gekomen leraar zijt;
want niemand kan die tekenen doen
die gij doet,
als God niet met hem is.
3
Jezus antwoordde en sprak tot hem:
Wis en waarachtig,
ik zeg u:
Indien iemand niet van boven geboren wordt,
kan hij het koningschap van God niet zien
4
Nikodemus zei tot hem:
Hoe kan een mens geboren worden
als hij oud is?
Hij kan toch niet ten tweede male
ingaan in de buik van zijn moeder
en geboren worden?
5
Jezus antwoordde:
Wis en waarachtig zeg ik u:
Indien iemand niet geboren wordt
uit water en geest,
kan hij niet intreden in het koningschap van God.2
6
Wat uit het vlees geboren is
is vlees,
en die uit de geest geboren is
is geest.3
7
Verwonder u niet
dat ik tot u heb gesproken:
Jullie moeten van boven geboren worden.
8
De geest waait waarheen hij wil
en u hoort zijn geluid,
maar u weet niet vanwaar hij komt
en waar hij heengaat;
zo is ieder die geboren wordt uit de geest.4
9
Nikodemus antwoordde en sprak tot hem:
Hoe kunnen deze dingen gebeuren?
10
Jezus antwoordde en sprak hem aan:
Ú bent een leraar in Israël,
en weet deze dingen niet?
11
Wis en waarachtig,
ik zeg u, dat wij spreken
wat wij weten
en wij getuigen wat wij hebben gezien,
en jullie nemen onze getuigenis niet aan.
12
Indien ik jullie over de aardse dingen heb gesproken
en jullie deze niet geloven,
hoe zullen jullie dan de hemelse dingen geloven,
als ik daarover zou spreken?5
13
En niemand is ten hemel opgevaren
behalve die uit de hemel is neergedaald,
de Zoon des mensen.
14
En zoals Mozes verhoogd heeft
de slang in de woestijn,
zo moet verhoogd worden
de Zoon des mensen,
15
opdat iedereen die op hem vertrouwt6
duurzaam leven zal hebben7
16
Want zo lief heeft God de wereld8
dat Hij zijn eniggeboren Zoon heeft gegeven,
opdat iedereen die op hem vertrouwt
niet verloren zal gaan
maar duurzaam leven zal hebben.9
17
Want God heeft Zijn Zoon niet
in de wereld gezonden
opdat Hij de wereld zou oordelen,
maar opdat Hij de wereld zou verlossen door hem.
18
Wie op hem vertrouwt,
wordt niet veroordeeld,
wie niet vertrouwt,
is al geoordeeld,
omdat hij niet heeft vertrouwd op de naam van de eniggeboren Zoon van God.
19
Dit nu is het oordeel,
dat het licht in de wereld gekomen is
en de mensen hebben de duisternis
meer liefgehad dan het licht
want hun werken waren slecht.
20
Want iedereen die kwaad doet,
haat het licht
en komt niet tot het licht,
opdat zijn werken niet aan het licht zullen komen.
21
maar wie de waarheid doet,
komt tot het licht,
opdat blijk gegeven wordt
dat zijn werken in God zijn verricht.

Noten

  1. bewust vertaald met ‘sprak’ om Jezus’ uitspraken in vss 3 en 5 des te sterker uit te laten komen↩︎
  2. dit impliceert deelname aan het koningschap van God, i.t.t. de uitdrukking het koninkrijk van God binnengaan↩︎
  3. in deze context, tegenover de geest, laat ik dat ‘vlees’ toch maar staan, ik vind er geen ander woord voor, en zo is het toch voor iedereen duidelijk dat we hier niet bij de slager zijn, en mogelijk verwijst dat vlees ook nog eens naar de offers↩︎
  4. vs 6 rechtvaardigt deze vertaling (i.p.v. zo is het ook met…)↩︎
  5. hier is geloven in het Nederlands passender dan vertrouwen, het gaat hier om het geloven van datgene waarover Jezus spreekt, wat het vertrouwen in Hem ook impliceert↩︎
  6. het geloof of het vertrouwen in de Zoon van God komt nergens zo vaak voor in het NT als in dit evangelie, deze vertaling ligt daarom meer voor de hand dan de vertaling: ieder die gelooft, in hem eeuwig leven zal hebben. (vgl. Hand. 13:39).↩︎
  7. het lidwoord ontbreekt vrijwel overal, m.u.v. 1Joh. 1:2 en 1Joh. 2:25! een vertaling waarin ook aandacht is voor de kwaliteit van het leven, en zeker niet bedoeld als een reductie t.o.v. ‘eeuwig leven’↩︎
  8. indicativus van de aoristus!↩︎
  9. de tegenkracht is te vinden in Op. 11:18, waar degenen die tegen Gods welbehagen ingaan en de aarde verpest hebben, worden vernietigd↩︎
Scroll naar boven