Handelingen 3,17-26
- Vierdag: 22-4-2012, 3e van Pasen
- Boek: Handelingen
- Perikoop: Handelingen 3,17-26
- Vertaler: Klaas Eldering
Vertaling
17
En nu, geliefden, weet ik
dat jullie uit onwetendheid gehandeld hebben,
net als jullie leiders.
18
Maar God heeft –
wat hij tevoren door de mond
van alle profeten had verkondigd:
dat zijn gezalfde moest lijden –
zo in vervulling doen gaan.
19
bekeert u en keert om,
opdat jullie zonden worden uitgewist,
20
opdat er – van Gòdswege –
tijden van verfrissing mogen komen
en dat Hij jullie de voorbestemde gezalfde Jezus moge zenden,
21
die de hemel moest ontvangen –
tot de tijden van het herstel van alles,
waarvan god gesproken heeft
door de mond van zijn heilige profeten,
van oudsher.
22
Mozes toch heeft gezegd:
de Heer jullie God
zal jullie een profeet doen opstaan
uit jullie broeders, zoals mij.
Naar hem zullen jullie horen,
naar al wat hij jullie zal zeggen.
23
En elke ziel die niet luistert naar die profeet,
zal uit het volk worden uitgeroeid.
24
En alle profeten sinds Samuël –
en die daaropvolgend hebben gesproken,
hebben deze dagen ook aangekondigd.
25
Jullie zijn de zonen van de profeten
en van het verbond,
dat God voor jullie vaderen heeft ingesteld,
toen Hij tot Abraham zei:
En in uw nageslacht
zullen alle geslachten van de aarde worden gezegend.
26
Voor jullie allereerst
heeft God zijn knecht doen opstaan
en hem gestuurd om jullie te zegenen,
wanneer een ieder zich afkeert
van zijn slechte daden.