Matteüs 2,1-12
- Vierdag: 2-1-2011, Epifanie
- Boek: Matteüs
- Perikoop: Matteüs 2,1-12
- Vertaler: Klaas Eldering
Vertaling
1
. Toen Jezus geboren was in Bethlehem van Juda
in de dagen van Herodes de koning, zie:
magiërs uit het oosten kwamen aan in Jeruzalem.
2
. Zij zeiden:
waar is de pasgeboren koning van de Joden?
Want wij hebben zijn ster gezien in het oosten
en zijn gekomen om hem te aanbidden.
3
. Toen Herodes het hoorde, was hij ontsteld
en heel Jeruzalem met hem.
4
. Hij bracht alle overpriesters
en schriftgeleerden van het volk bijeen
en informeerde bij hen
waar de Messias geboren moest worden.
5
. Zij zeiden tot hem: in Bethlehem van Juda,
want zo is er geschreven door de profeet:
6
. Ook jij Bethlehem, land van Juda,
bent geenszins de minste onder de leiders van Juda;
want uit jou zal een leider voortkomen
die mijn volk Israël weiden zal.
7
. Toen riep Herodes de magiërs in het geheim bij zich
en probeerde van hen de tijd van het verschijnen van de ster
te weten te komen
8
. Hij stuurde hen naar Bethlehem:
Ga, en doe zorgvuldig onderzoek naar het kind;
als jullie het gevonden hebben, meld het mij dan,
opdat ook ik hem kan gaan aanbidden.
9
. Ze hoorden naar de koning en gingen, en zie:
de ster die ze in het oosten hadden gezien, ging hen voor,
totdat hij kwam en bleef staan boven waar het kind was.
10
. Toen ze de ster zagen, waren ze verheugd
met bijzonder grote vreugde.
11
. Zij gingen het huis binnen
en zagen het kind met Maria zijn moeder,
vielen op hun knieën, aanbaden hem,
openden hun schatkisten
en boden het geschenken aan:
goud, wierook en mirre.
12
. En door een droom gewaarschuwd
om niét naar Herodes terug te keren,
vertrokken ze langs een andere weg
naar hun land.