Matteüs 13,18-23
- Vierdag: 10-7-2011, 4e van de zomer
- Boek: Matteüs
- Perikoop: Matteüs 13,18-23
- Vertaler: Marianne Storm
Vertaling
19
20
Wat op steenachtige bodem is gezaaid,
dat is hij die het woord hoort
en het meteen met vreugde aanneemt;
21
22
Wat in de dorens is gezaaid,
dat is hij die het woord hoort;
de zorg van de wereld
en het bedrog van de rijkdom,
verstikken het woord
en hij blijft zonder vrucht.
23
Wat op de goede aarde is gezaaid,
dat is hij die het woord hoort
en het verstaat;
hij draagt vrucht,
de een honderdvoudig, de ander zestigvoudig en weer een ander dertigvoudig.
Noten
- NBV: “Hoor en begrijp dan nu”; het expliciete humeis is weggelaten en oun dubbel vertaald.↩︎
- NBV heeft hier wél “de zaaier” voor tou speirantos; zie vers 3.↩︎
- niet helemaal gelukkig, maar mét NB, voor ho poneiros; NBV “komt hij die het kwaad zelf is”↩︎
- NBV: “hun”?↩︎
- NB: Dat is hij die langs de weg gezaaid is.” NBV: “bij hen is langs de weg gezaaid.”↩︎
- Zo ook NB; Jaap Goorhuis stelt voor: “Het heeft geen wortel in hemzelf, maar hij is …”.↩︎
- met NB voor proskairos; NBV: “Het schiet echter geen wortel in hen, oppervlakkig als zij zijn.”↩︎
- of: ergert hij zich, voor skandalizetai.↩︎