de zaaier
- Vierdag: 10-7-2011, 4e van de zomer
- Boek: Matteüs
- Perikoop: Matteüs 13,1-9
- Vertaler: Marianne Storm
Vertaling
2
Bij hem verzamelden zich zo vele menigten3
dat hij in een boot ging zitten;
de hele menigte stond op de oever.
4
5
Een ander deel viel op steenachtige bodem,
waar het niet veel aarde had,
en meteen schoot het op,
omdat de aarde er niet diep was;
6
toen de zon opkwam,
werd het verschroeid,
en omdat het geen wortel had,
verdroogde het.
7
9
Wie oren heeft moet horen!”11
Noten
- NBV: “verliet”↩︎
- NBV: “aan de oever van het meer”, lijkt me onnodig ingevuld; zie ook vers 2.↩︎
- of met NB: “stromen samen”.↩︎
- NBV: “vertelde gelijkenissen”.↩︎
- NBV laat dit weg en voegt “eens” in.↩︎
- NBV maakt er een heel ander verhaaltje van: “Iemand ging eens naar zijn land”.↩︎
- NB: “vallen er korrels …”; NBV voegt “van het zaad” toe.↩︎
- NBV voegt “zaaigoed” toe, maar of het nodig is?↩︎
- NBV: “Maar er viel ook wat zaad …”, ook wat??↩︎
- Of, met NBV: alles voluit: “honderdvoudig”, enz.; zie ook vers 23.↩︎
- Met NB; NBV: “ Laat wie oren heeft goed luisteren!” Vanwege de ‘gezegde-status’ kan ook vertaald worden: “wie oren heeft, hore!”↩︎