de zaaier

Vertaling

1
Op die dag ging uit Jezus zijn huis uit1
en hij ging bij de zee zitten.2
2
Bij hem verzamelden zich zo vele menigten3
dat hij in een boot ging zitten;
de hele menigte stond op de oever.
3
Hij sprak veel tot hen in gelijkenissen zeggend/:4
Zie,5
de zaaier ging uit om te zaaien.6
4
En terwijl hij zaaide,
viel een deel7 langs de weg
en de vogels kwamen
en aten het op.
5
Een ander deel viel op steenachtige bodem,
waar het niet veel aarde had,
en meteen schoot het op,
omdat de aarde er niet diep was;
6
toen de zon opkwam,
werd het verschroeid,
en omdat het geen wortel had,
verdroogde het.
7
Een ander deel viel op de dorens,
de dorens kwamen op
en verstikten het.8
8
Maar ook een deel viel op de goede aarde9
en gaf vrucht,
honderd-, zestig- of dertigvoudig10
9
Wie oren heeft moet horen!”11
 

Noten

  1. NBV: “verliet”↩︎
  2. NBV: “aan de oever van het meer”, lijkt me onnodig ingevuld; zie ook vers 2.↩︎
  3. of met NB: “stromen samen”.↩︎
  4. NBV: “vertelde gelijkenissen”.↩︎
  5. NBV laat dit weg en voegt “eens” in.↩︎
  6. NBV maakt er een heel ander verhaaltje van: “Iemand ging eens naar zijn land”.↩︎
  7. NB: “vallen er korrels …”; NBV voegt “van het zaad” toe.↩︎
  8. NBV voegt “zaaigoed” toe, maar of het nodig is?↩︎
  9. NBV: “Maar er viel ook wat zaad …”, ook wat??↩︎
  10. Of, met NBV: alles voluit: “honderdvoudig”, enz.; zie ook vers 23.↩︎
  11. Met NB; NBV: “ Laat wie oren heeft goed luisteren!” Vanwege de ‘gezegde-status’ kan ook vertaald worden: “wie oren heeft, hore!”↩︎
Scroll naar boven